Hondenziekte


Je puppy heeft weinig eetlust en energie, je merkt afscheiding uit zijn ogen en neus, hij hoest en heeft diarree? Wees voorzichtig! Hondenziekte (distemper), een besmettelijke ziekte, kan de oorzaak zijn van deze symptomen.

 

Voorkomen is beter dan genezen

Dit gezegde geldt vooral voor bepaalde ziekten die ernstige of zelfs dodelijke gevolgen kunnen hebben voor je hond. Een van deze aandoeningen, bekend als distemper, is het weten waard voor huisdiereigenaren die de best mogelijke toekomst voor hun vriend willen verzekeren. Het is een ernstige aandoening waarvan het verloop en de moeilijkheid van behandeling vaak een bittere smaak van hulpeloosheid achterlaten.

Een virus

Deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus dat verschillende carnivoren kan besmetten: hondachtigen (honden, wolven, vossen), marterachtigen (fretten, nertsen) en procyonachtigen (wasberen). Het wordt overgedragen via alle lichaamsafscheidingen van het dier (ooguitvloeiing, neusuitvloeiing, speeksel, urine, uitwerpselen). Het virus is niet resistent in de buitenomgeving en wordt voornamelijk verspreid door direct contact tussen dieren. Honden staan bekend als sociale dieren, dus de ziekte kan snel van het ene dier op het andere worden overgedragen. Pas op: als je hond in contact is geweest met een besmet dier, zal hij de symptomen pas één tot vier weken later vertonen, de tijd die het virus nodig heeft om zich in zijn lichaam te ontwikkelen. De ziekte komt voor bij honden van alle leeftijden, maar komt vaker voor bij puppy's, omdat de meeste volwassenen gevaccineerd zijn.

De symptomen

De aard en de ernst van de symptomen verschillen sterk van dier tot dier. Tijdens de eerste fase van de ziekte hebben de getroffen honden meestal koorts, een loopneus, bindvliesontsteking en anorexia. Dit wordt gevolgd door spijsverteringsproblemen (diarree), ademhalingsproblemen (hoesten, longontsteking), huidproblemen (puisten, abnormale huidgroei op de voetzolen en de neus) en zenuwaandoeningen. Zenuwaandoeningen kunnen zich op verschillende manieren uiten: beven, onwillekeurige spiersamentrekkingen, verlamming, vaak beginnend in de achterpoten, en stuiptrekkingen. Als je hond deze zenuwbeschadiging overleeft, kan hij nog steeds nawerkingen ontwikkelen (onwillekeurige spiersamentrekkingen, epilepsie). Op de langere termijn kan een chronische infectie met het virus een ontsteking van de hersenen van je oude hond veroorzaken, zonder dat de ziekte is ontdekt toen hij jong was! Dit kan leiden tot abnormaal gedrag (de kop van je hond tegen muren duwen, ongecoördineerde bewegingen).

Vaccinatie aanbevolen

Gelukkig is het mogelijk - en sterk aan te raden - om je trouwe metgezel te beschermen tegen deze ziekte, die vaak een slechte prognose heeft. Puppy's kunnen worden gevaccineerd vanaf de leeftijd van 12 weken, met twee injecties met een tussenpoos van 3-4 weken. Daarna wordt een jaarlijkse booster aanbevolen.
In risicosituaties (dierenverzamelingen: dierenwinkels, asielen, pensionkennels) wordt vaccinatie aanbevolen vanaf de leeftijd van 6 tot 10 weken. Op deze leeftijd heeft de puppy echter nog maternale antilichamen die het vaccin kunnen verstoren en ervoor kunnen zorgen dat het niet aanslaat. Daarom moet op 14 weken een tweede injectie worden gegeven.
Tot slot is het de moeite waard om te weten dat distemper wettelijk wordt beschouwd als een remmende afwijking. Met andere woorden, als je ontdekt dat je puppy al ziek was toen je hem kocht, heb je het recht om je geld terug te vragen van de verkoper.
Hoe dan ook, zorg ervoor dat je trouwe viervoeter gevaccineerd is en let op symptomen, zodat hij een lang en vredig leven aan je zijde heeft.