![]() |
Shiba |
|
FCI standaard Nº 257 |
||
Land van oorsprong |
Japan | |
Groep |
Groep 5 Spitzen en primitieve types | |
Sectie |
Sectie 5 Aziatische spitsen en verwante typen | |
Werkproef |
Zonder werkproef | |
Definitieve erkenning door de FCI |
woensdag 18 maart 1964 | |
Publicatie van de geldende officiële norm |
zondag 30 oktober 2016 | |
Laatste update |
donderdag 09 februari 2017 | |
En français, cette race se dit |
![]() |
Shiba |
In English, this breed is said |
![]() |
Shiba |
Auf Deutsch, heißt diese Rasse |
![]() |
Shiba |
En español, esta raza se dice |
![]() |
Shiba |
Gebruik |
Jachthond voor vogels en kleine dieren. Metgezel hond. |
Kort historisch overzicht |
Al van oudsher is de Shiba een inheems Japans ras. Rond het jaar 7000 v. Chr. zouden voorouders van onze huidige Shiba de eerste immigranten naar Japan, de Jomonjin, vergezeld hebben. Archeologische opgravingen tonen aan dat zij inderdaad kleine honden hadden. In de derde eeuw v. Chr. bracht een nieuwe groep immigranten hun honden mee naar Japan. Deze honden werden gekruist met de nakomelingen van de Jomonjin, en hieruit ontstonden honden met rechtopstaande oren en een gekrulde staart. “Shiba” betekent “klein”, maar ook “kreupelhout”. De honden zouden dus vernoemd kunnen zijn naar het kreupelhout waarin zij joegen, en wat in de herfst diep rood van kleur is. Shiba’s werden gebruikt bij het jagen op kleine dieren en veerwild. Er waren kleine verschillen in de honden afhankelijk van de regio waar ze voorkwamen. Toen in de periode van 1868-1912 honden als Engelse Setters en Engelse Pointers geïmporteerd werden uit Engeland, werd jagen een sport in Japan. De Shiba’s werden met deze honden gekruist, en de Shiba werd zeer zeldzaam. Op 5 mei 1928 besloten Dr. Hirokichi Saito en zijn team tot oprichting van de “NIHONKEN HOZONKAI”(Vereniging tot bescherming van de Japanse hond), ook wel aangeduid als "NIPPO". In 1934 werd de Shiba in een officiële rasstandaard omschreven, en in 1937 werd de Shiba aangewezen als “natuurlijk monument”. Na de oorlog werden er Shiba’s gehaald vanuit het afgelegen platteland, en er werden fokprogramma’s opgezet. De restanten van de verschillende bloedlijnen werden gecombineerd tot de Shiba het superieure ras werd wat we heden ten dage kennen. |
Algemeen totaalbeeld |
Kleine hond, goede verhoudingen, met goed beendergestel en goed ontwikkelde spieren. Sterke constitutie. De aktie is vlug, vrij en mooi. |
Belangrijke verhoudingen |
De verhouding schofthoogte tot lengte van het lichaam is 10 :11. |
Gedrag en karakter (aard) |
Het temperament is trouw, met scherpe zintuigen en zeer alert. |
Hoofd |
||
Bovenschedel |
||
Schedel |
Breed voorhoofd. | |
Stop |
Goed gedefinieerd met lichte voorhoofdsgroef. |
Facial region |
||
Neus |
Zwart van kleur gewenst. Neusbrug is recht. | |
Voorsnuit |
Matig dik en taps toelopend. | |
Lippen |
Gesloten. | |
Kiezen / tanden |
Sterk schaargebit. | |
Wangen |
Goed ontwikkeld. | |
Ogen |
Relatief klein, driehoekig en donkerbruin van kleur, de buitenste ooghoeken omhooglopend. | |
Oren |
Relatief klein, driehoekig, iets naar voren hellend, en stevig rechtopstaand. |
Hals |
Dik, sterk en goed in verhouding met het hoofd en het lichaam. |
Lichaam |
||
Rug |
Recht en sterk. | |
Lendenpartij |
Breed en gespierd. | |
Borst |
Diep, ribben zijn matig gewelfd. | |
Onderlijn en buik |
Goed opgetrokken. |
Staart |
Hoog aangezet, dik, krachtig gekruld gedragen of gebogen als een sikkel, de punt rijkt bijna tot de spronggewrichten als deze naar beneden hangt. |
Ledematen |
Voorhand |
||
Algemeen |
Vanaf de voorkant gezien zijn de voorbenen recht. | |
Schouders |
Schouderbladen zijn matig hellend. | |
Ellebogen |
Aangesloten. |
Achterhand |
||
Dijbeen |
Lang. | |
Onderbeen |
Kort, maar goed ontwikkeld. | |
Spronggewricht |
Dik en sterk. |
Voeten |
Tenen stevig gesloten en goed opgebogen. Pads zijn hard en elastisch. Nagels sterk en liefst donker van kleur. |
Gangwerk |
Licht en levendig. |
Coat |
||
Haarkwaliteit |
Bovenvacht is hard en recht, ondervacht is zacht en dicht ; haar op de staart is iets lang en staat uit. | |
Haarkleur |
Rood, black and tan, sesam, zwart sesam en rood sesam. Definitie van de kleur sesam : Sesam : Gelijke mix van witte en zwarte haren. Zwart sesam : Meer zwarte dan witte haren. Rood sesam : Basiskleur van rode haren met mix van zwarte haren. Alle hierboven genoemde kleuren dienen het «Urajiro» te bezitten. «Urajiro» : Witachtige vacht aan weerszijden van de snuit en de wangen, aan de onderzijde van de kaak en nek, op de borst en maag, de onderkant van de staart, en de binnenkant van de benen. |
Maat en gewicht |
||
Schouderhoogte |
Reuen : 40 cm, teven : 37 cm. Er is een tolerantie van 1,5 cm kleiner of groter. |
Defecten |
• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten. • De vermelde fouten moeten in ernst zijn. |
General defecten |
![]() ![]() ![]() ![]() |
Defecten die leiden tot uitsluiting |
![]() ![]() ![]() |
NB : |
• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd. • De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende. • Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald. • Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij. |
Bibliografie |
https://www.fci.be/ |