De aartjes


Wanneer de eerste warmte komt, worden alle grassen rijp en drogen hun aartjes uit en komen ze los om de voortplanting van de plant te verzekeren.

 

Ze hechten zich aan de plant zodat ze wijd en zijd verspreid kunnen worden door ze mee te nemen in de vacht van dieren.

Helaas kunnen ze natuurlijke openingen en zelfs de huid binnendringen.

In het oor zorgen ze ervoor dat het dier min of meer luid klaagt en met zijn kop schudt. Pijn treedt alleen op als de spike de “cul-de-sac” van de gehoorgang bereikt en is daarom onzichtbaar. Extractie kan alleen worden uitgevoerd met een otoscoop en een Hartmann-tang (met of zonder narco-analgesie, afhankelijk van het geval).

In het oog is er een hevige ontstekingsreactie met blefarospasme. De extractie wordt uitgevoerd onder plaatselijke of algehele verdoving. De gevolgen zijn meestal goedaardig.

Tussen de vingers vormt zich een min of meer groot abces, meestal met lichte pijn. De extractie is min of meer delicaat omdat het zoeken naar het vreemde lichaam verdoving en een relatief grote incisie kan vereisen.

In de neus veroorzaakt het herhaaldelijk en hevig niezen en soms epistaxis (bloeden). Voor het verwijderen is een diepe verdoving nodig om de niesreflex te onderdrukken, zodat alle neusturbina kunnen worden onderzocht. Als de ingreep niet wordt uitgevoerd, zal er chronische rinitis ontstaan of zal het aartje in het beste geval worden ingeslikt of in het slechtste geval via de lacrimale ductus in een oog terechtkomen, wat erg traumatisch is.

In de schede of lippen van de vulva; onder de huid: vorming van abcessen van verschillende grootte.

Het urgentieprobleem houdt verband met de pijn die het dier lijdt en niet met het risico op overlijden. Elk geval moet worden bekeken op basis van de locatie van het vreemde lichaam, de intensiteit van de pijn en de gevoeligheid van de eigenaar.