 |
Ocicat |
|
VertalingFrancis Vandersteen |
||
Land van oorsprongDe Ocicat is een kattenras afkomstig uit de Verenigde Staten. |
| Deze middelgrote kat wordt gekenmerkt door zijn gevlekte vale vacht, die doet denken aan de Ocelot. |
Kort historisch overzicht |
| De Ocicat werd in 1964 in de Verenigde Staten gecreëerd door een fokker, Mrs Virginia Daly. Ze wilde tabby point Siamese katten en kruiste een Abyssin mix met een chocolate Siamees. Onder de kittens in het nest, verkreeg ze een kater met een zeer originele vacht die deed denken aan een Ocelot. Hij werd desondanks gecastreerd. In die tijd kruisten andere fokkers Abyssinins, Siamezen, Orientals, Mau égyptien en Amerikaanse Kortharen om een kat te krijgen die op de huidige Ocicat lijkt. Het ras werd toen “Ocicat” genoemd, een samentrekking van “ocelot” en “kat”. TICA en CFA erkenden het ras in 1986. De eerste Ocicat arriveerde in 1989 in Frankrijk, maar daar is hij nog steeds zeldzaam, in tegenstelling tot zijn land van herkomst waar hij erg populair is. |
Algemeen totaalbeeld |
| De Ocicat is een middelgrote kat met een vrij evenwichtig, middellijnig profiel. Hun krachtige spieren geven ze een atletisch uiterlijk. |
Gedrag en karakter (aard) |
| De karaktereigenschappen worden niet beschreven in de standaard en zijn temperamenten die algemeen worden waargenomen in het ras. Ze blijven volledig individueel en zijn vooral een functie van de geschiedenis van elke kat. De Ocicat wordt beschreven als een kat die sociaal is met mensen en andere dieren, aanhankelijk en zeer actief. Hij verdraagt geen eenzaamheid en wordt vaak beschreven als een “hondenkat”. Hij zou net zo aanhankelijk zijn als de Siamees, maar niet zo expressief. |
Hoofd |
||
Bovenschedel |
||
Hoofd |
Het hoofd vormt een gladde driehoek van voren, met uitgesproken jukbeenderen en een vierkante snuit. In profiel gezien is er een lichte dip tussen het voorhoofd en de neus, maar er mag geen scherpe breuk zijn. | |
Facial region |
||
Ogen |
De ogen zijn ovaal, staan ver uit elkaar en in een lichte hoek. Alle kleuren zijn toegestaan, behalve blauw. | |
Oren |
Middelgroot, bij voorkeur met veren aan de punt. | |
Lichaam |
||
Algemeenheid |
Het lichaam is lang. | |
Rug |
Rechte rug. | |
Staart |
| Middelmatig tot lang, vrij dik aan de basis, taps toelopend naar de punt. |
Ledematen |
| De poten zijn middelmatig lang en goed gespierd. |
Achterhand |
||
Algemeen |
De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. | |
Voeten |
| De voeten zijn ovaal en in verhouding tot het lichaam. |
Coat |
||
Vacht en textuur |
De vacht is kort en ligt dicht tegen het lichaam aan. De vacht is fijn maar dicht. Het enige toegestane patroon is gevlekt tabby. | |
Kleur en ticking |
Het ras heeft zeven kleuren: bruin (genetisch zwart), blauw, chocolate, lilac, cinnamon en fawn. Elke variëteit heeft donkere vlekken in overeenstemming met de rest van de lichtere vacht. Deze laatste bestaat uit getickte haren, d.w.z. afwisselend lichte en donkere strepen op hetzelfde haar. De zilveren variëteit verschilt enigszins van de zes hierboven genoemde variëteiten. Het bijzondere aan een Ocicat zilver is de zeer lichte, bijna witte, grondvacht, die het contrast met de vlekken versterkt. |
|
Nederlands (nl-NL)