Sokoké

Vertaling
Francis Vandersteen
Land van oorsprong
De Sokoké is een kattenras afkomstig uit Kenia.
Deze middelgrote kat wordt gekenmerkt door zijn kortharige vacht met een bruin marmer tabby patroon.

Kort historisch overzicht

De voorouderlijke naam van de Sokoké is Khadzonzos, wat “als schors” betekent. Deze naam werd gegeven door een lokale stam genaamd Giriama, die al heel lang met deze katten omgaan. De gemarmerde vacht van deze katten lijkt namelijk op de bast van een boom.
Het is mogelijk dat dit ras al enkele eeuwen in Kenia bestaat, maar het is moeilijk om de exacte oorsprong te dateren. Er zijn DNA-tests uitgevoerd om te zoeken naar genen van wilde katten, maar die waren negatief.
Westerlingen ontdekten het ras aan de Keniaanse kust, in het Arabuko-Sokoké bos. Dit was in 1978 en het was Jeni Slater die voor het eerst in contact kwam met dit nieuwe ras. Een vriendin met de naam Gloria Moeldrop nam er een paar mee naar Denemarken om ermee te fokken. Jeni Slater vreesde voor het voortbestaan van het ras zonder menselijke tussenkomst. In 1984 verschenen ze voor het eerst op shows en in 1990 bracht Gloria Moeldrop andere katten mee om het ras te consolideren. In 1993 erkende FIFé het ras voor het eerst, onder de vereenvoudigde naam Sokoké (de naam van het bos waar het ras vandaan komt). In 2003 was het de beurt aan TICA om de Sokoké op te nemen als een “nieuw ras”.
Het ras is momenteel zeldzaam, maar wordt gefokt in andere landen dan Denemarken, waaronder de Verenigde Staten, Canada en Noorwegen.

Gedrag en karakter (aard)

De Sokoké wordt beschreven als een levendige, speelse kat die graag klimt en zwemt. Hij zou relatief onafhankelijk zijn, maar sociaal met andere katten en huisdieren. Hij zou zich goed aanpassen aan het leven in een flat als hij genoeg ruimte en lichaamsbeweging zou hebben. Deze karaktereigenschappen zijn echter volledig individueel en hangen vooral af van de geschiedenis van elke kat.

Hoofd

Bovenschedel

Hoofd
De kop vormt een gladde driehoek en is relatief klein in vergelijking met het lichaam.
Schedel
De schedel is bijna plat.

Facial region

Neus
Als de kat van opzij wordt bekeken, is er een lichte holte te zien aan de basis van de neus, die recht is en van gemiddelde lengte.
Wangen
De jukbeenderen worden hoog en prominent gedragen.
Ogen
Amandelvormig, groot en ver uit elkaar geplaatst. De twee toegestane kleuren zijn groen en amberkleurig.
Oren
De oren zijn middelmatig groot, met een brede basis en een afgeronde punt. Pluimen aan de punt zijn erg populair.

Lichaam

Algemeenheid
De Sokoké is een middelgrote kat met een elegant uiterlijk. Zijn lichaam is slank maar gespierd, met een prominente borstkas.

Staart

Gemiddeld tot lang, vrij dik aan de basis, geleidelijk smaller wordend naar de punt. Altijd zwart aan de punt.

Ledematen

Hoog op de poten, stevig van bot, de achterpoten hebben een kenmerkende kromming, kenmerkend voor het ras.

Voeten

Ovale voeten.

Coat

Vacht en textuur
Zeer kort, dicht op het lichaam, zonder ondervacht. Zeer glanzend. Het enige toegestane vachtpatroon is bruin marmer tabby, een soort blotched tabby die een beetje vaag en langwerpig is, met effen zwarte delen met daarin ticked tabby haren.