De kleine hond

De kleine hond

Lilly

Er was eens een verveeld hondje in een dierenwinkel.

Hij zat in zijn glazen kooi en keek verdrietig naar de kinderen...

Elke dag kwamen er nieuwe vriendjes, en zodra hij vrienden had gemaakt... waren ze verkocht en verdwenen...

Hij bleef alleen achter, verdrietig...

De verkoopster gaf hem de beste paté, een goede kom melk en koekjes, maar niets hielp... hij was verdrietig...

Hij dacht aan zijn moeder en ook aan zijn broers en zussen...

Op een dag kwam er een klein meisje langs, ze keek door het raam en wilde niet weggaan.

Ze hield haar papa's hand vast en de kleine hond zag zijn papa praten met de winkelbediende... en toen ging de kooi open! De kleine hond bevond zich in de armen van het kleine meisje!

Oh wat was hij blij! En hij was nog gelukkiger toen hij bij het huis van het kleine meisje aankwam.

Hij herkende de buurt meteen en zag het vlak naast de tuin waar hij was... het huis waar hij geboren was!

En daar in de tuin...

Oh wat was hij blij!... zijn moeder ! keffend van geluk ! omringd door zijn broers en zussen !