Als eerbetoon aan

Bijou mijn Mamour


Met dank aan

Francis

10 jaar van je leven gingen voorbij zonder zorgen, tot ongeveer 1 maand geleden.

Je had plotseling opgezwollen klieren in je nek en een paar kleintjes naast je uiers.

Dus namen we wat bloed en wat monsters.

Ik was dolblij toen de dierenarts me vertelde dat je bloedtest perfect was.

Maar die vreugde veranderde al snel in verdriet toen de resultaten van de monsters terugkwamen: lymfeklierkanker.

Een operatie was uitgesloten en chemotherapie zou je sowieso niet genezen hebben.

Na overleg met de dierenarts besloten we dat als er geen genezing mogelijk was, we zouden proberen om je zo lang mogelijk pijnvrij te houden.

Dus begon je aan een palliatieve behandeling met cortisone.

Ik was zo bang dat je zou gaan lijden, maar je was altijd zoals vroeger, je ging naar de tuin om jezelf te ontlasten, soms rende je zelfs rond met de anderen.

Maar die verdomde kanker liet je niet met rust, het ging heel snel vooruit en in twee dagen tijd veranderde je helemaal.

Op zaterdag wilde je je brokjes niet meer eten, maar wel pannenkoeken met ham.

Ik voelde meteen dat er iets ernstigs aan de hand was.

Op zondag waren je maaltijden hetzelfde, gelukkig leek je geen pijn te hebben, ook al was je buik wat meer opgezwollen dan normaal.

Die zondagavond was niet zoals gewoonlijk, ik moest je op bed helpen.

Zoals gewoonlijk nestelde je je in mijn arm, maar je hield je ogen open.

Ik hield je steviger vast en toen ontmoetten onze ogen elkaar en we lieten elkaar nooit meer los.

In een paar ogenblikken vlogen 10 jaar van geluk voorbij, je ogen waren zo zacht en mysterieus.

Nadat ik mijn tranen had gedroogd, keek ik weer in je ogen en toen besefte ik wat die prachtige ogen me vertelden: je vertelde me dat je voelde dat de pijn snel zou verdwijnen, ik begreep in je prachtige ogen dat je afscheid nam en me bedankte omdat ik zoveel van je had gehouden.

Ik wist nog niet dat het onze laatste knuffel was.

De volgende dag, maandag 22 februari 2010, stond je zoals gewoonlijk op, maar je wilde niet eten of drinken.

Ik keek nog eens in je ogen en toen realiseerde ik me dat je terug wilde naar je moeder op haar wolk, dus je ging liggen en kwispelde af en toe met je staart, ontspannen en geen pijn.

Ik belde de dierenarts en droeg je naar bed.

Ik nestelde me tegen je aan, aaide je en huilde tranen met tuiten.

Toen kwam de dierenarts.

Je mooie ogen gingen dicht en toen opende je ze weer om een laatste vaarwel te zeggen en je te bedanken.

Je stierf in mijn arm, wang tegen wang, je liefdevolle ogen voor altijd weg.

Ik wikkelde je in een deken en hield je dicht tegen mijn hart, je warme lichaam tegen me aan voelend, maar het leven was eruit verdwenen.

Wees gelukkig daarboven bij je moeder Canaille en je broers, ik hou van je Mamour.