Je bent weg, je hebt onze wereld verlaten.
Aan wie ik nu mijn verdriet zal toevertrouwen, met je grote bruine ogen, je bewoog niet, je luisterde naar me.
Met wie zal ik door de velden rennen, lachen als een gek, met wie zal ik lachen als ik verdrietig ben, met wie zal ik het bos ingaan om paddenstoelen te zoeken.
Je bent weg, ik heb je zien opgroeien, ik herinner me die grote bol vacht die ik voor het eerst zag, je was toen nog een baby, je bent groot geworden, maar je bent weg, en je was pas 7 jaar oud.
Waarom geeft het leven ons wezens en neemt het ze dan weer weg?
Er is één ding waarvan ik zeker weet dat het me dat niet zal afnemen, en dat zijn de momenten van mijn leven die ik met jou heb doorgebracht!
Vaarwel mijn kind.
|