Dit is een recent ontwikkeld beschermras, ontstaan in Duitsland door Kaukasische Owcharkas te kruisen met Chow-Chows. Om de dressuur te verbeteren werd er ook Duits herdersbloed ingebracht. Door de beschermende instincten en het fysieke uithoudingsvermogen van de Kaukasische Herdershond en de Chinese Chow-Chow te combineren, proberen de makers van de Cau-Chow een beschermhond te creëren die gezonder, krachtiger en gemakkelijker te trainen is dan zijn ouders. Hoewel de Cau-Chow dicht bij zijn menselijke familie blijft en vriendelijk en speels is met vertrouwde mensen, is het in de eerste plaats een waakhond die extreem territoriaal is en vreemden niet tolereert. Dit zeer dominante en agressieve ras schiet niet op met andere honden en is niet geschikt voor het leven in een flat, maar kan een gelukkig leven leiden in een stedelijke omgeving als hij een omheinde tuin en voldoende beweging heeft.
De Cau-Chow is een Molossus met een breed hoofd en sterke botten, gebouwd voor veerkracht en behendigheid. Groter dan de Chow-Chow, maar kleiner dan de Kaukasische Owtcharka, is dit een zeer atletische en gezonde werkhond. De oren kunnen hangend of halfgeschoren worden gedragen en worden in hun normale staat gedragen. De staart is rijkelijk bedekt en gebogen over de rug. Dit is een opvallend knappe hond, waarvan gezegd wordt dat hij op een jonge leeuw lijkt, dankzij zijn grote hoofd en lange, overvloedige vacht, die regelmatig verzorgd moet worden. De meest gewaardeerde kleur is effen goudgeel, maar reekleurige, rode, bruine, grijze en zwarte exemplaren worden ook goed geaccepteerd. Kleine witte vlekken op de voeten en borst zijn toegestaan, maar niet gewenst. De gemiddelde hoogte is ongeveer 61 centimeter.
Deze hybride is nog te nieuw, dus er is vrijwel geen informatie over, dus wees geduldig. |
Nederlands (nl-NL)