Bichon Havanezer

FCI standaard Nº 250

Land van oorsprong
Westelijk Middellandse Zeegebied, Ontwikkeling Cuba, Patronaat FCI
Vertaling
G.W. Spruijt
Groep
Groep 9 Companion en Toy honden
Sectie
Sectie 1 Bichons en verwante rassen
Werkproef
Zonder werkproef
Definitieve erkenning door de FCI
dinsdag 24 september 1963
Publicatie van de geldende officiële norm
maandag 31 oktober 2016
Laatste update
maandag 12 december 2016
En français, cette race se dit
Bichon havanais
In English, this breed is said
Havanese Bichon
Auf Deutsch, heißt diese Rasse
Havaneser Bichon
En español, esta raza se dice
Bichón Habanero

Gebruik

Gezelschapshond.

Kort historisch overzicht

Dit ras is afkomstig uit het Westelijk Middellandse Zeegebied en heeft zich ontwikkeld in de Spaanse en Italiaanse kuststreken. Blijkbaar werden deze honden in vroegere tijden meegebracht naar Cuba door Italiaanse kapiteins op de grote vaart. Bij vergissing heeft de voornaamste kleur havana (tabakskleur, bruin-rood) van deze honden, het verhaal doen ontstaan dat het hier gaat om een ras uit Havana, de hoofdstad van Cuba. Bepaalde omstandigheden op Cuba hebben geleid tot het totaal verdwijnen van de oude havanezer bloedlijnen; enkele afstammelingen hebben overleefd in de Verenigde Staten na van het eiland te zijn gesmokkeld.

Algemeen totaalbeeld

De havanezer is een kleine stevige hond, laag op de benen, met een lange overvloedige, zachte en bij voorkeur golvende vacht. Het gangwerk is levendig en veerkrachtig.

Belangrijke verhoudingen

De lengte van de voorsnuit (van de neuspunt tot aan de stop) is gelijk aan de afstand tussen stop en achter­hoofds­knobbel (occiput). De verhouding tussen de lichaams­lengte (gemeten van boeggewricht tot zitbeen) tot de schofthoogte is 4:3.

Gedrag en karakter (aard)

Buitengewoon levendig en pienter zijnde, is hij makkelijk op te leiden tot waakhond. Aanhankelijk, van nature vrolijk, beminnelijk, charmant, speels en zelfs een beetje een clown. Houdt van kinderen en kan eindeloos met ze spelen.

Hoofd

Bovenschedel

Hoofd
Van gemiddelde lengte. De verhouding tussen de lengte van het hoofd en de lichaamslengte (gemeten van schoft tot staartaanzet) is 3:7.
Schedel
Vlak tot heel weinig gewelfd, breed, voorhoofd weinig verheven. Van bovenaf gezien afgerond aan de achterkant en bijna recht en vierkant aan de drie andere zijden. 
Stop
Matig aangeduid.

Facial region

Neus
Zwart of bruin.
Voorsnuit
Geleidelijk licht smaller wordend in de richting van de neus, maar noch spits noch stomp.
Lippen
Fijn, droog en strak.
Kiezen / tanden
Schaargebit. Men streeft naar een compleet gebit. Afwezigheid van de premolaren (P1) en de molaren (M3) is toegestaan.
Wangen
Zeer vlak, niet prominent.
Ogen
Tamelijk groot, amandelvormig, zo donker mogelijke kleur bruin. Vriendelijke uitdrukking. De ooglidranden moeten donkerbruin tot zwart zijn.
Oren
Tamelijk hoog aangezet, langs de wangen vallend, een lichte plooi vormend, licht opgeheven, eindigend in een afgeronde punt. Bedekt met lange haren, noch afstaand als molenwieken, noch vlak tegen de wangen hangend.

Hals

Gemiddelde lengte.

Lichaam

Algemeenheid
De lichaamslengte is iets groter dan de schofthoogte.
Bovenlijn
Recht, licht gewelfd over de lendenen.
Croupe
Merkbaar afhellend.
Ribben
Goed gewelfd.
Onderlijn en buik
Buik goed opgetrokken.

Staart

Hoog gedragen, hetzij in de vorm van een bisschopsstaf, hetzij (bij voorkeur) gekruld over de rug; is bedekt met een franje van lange zijde-achtige haren.

Ledematen

Voorhand

Algemeen
Recht en evenwijdig, droog, goed beendergestel (bone). De afstand tussen de grond en de elleboog mag niet groter zijn dan de afstand tussen elleboog en schoft.

Achterhand

Algemeen
Goed beendergestel (bone), matige hoekingen.

Voeten

Een beetje langwerpig van vorm, klein, compact.

Gangwerk

De havanezer heeft een opvallend licht en veerkrachtig gangwerk, dat zijn vrolijke karakter onderstreept. Beweging: goed vrij en recht naar voren vanuit het front (schouders), de achterhand geeft de stuwkracht in een rechte lijn.

Coat

Haarkwaliteit
De wollige ondervacht is weinig ontwikkeld en vaak geheel afwezig. De bovenvacht is erg lang (12-18 cm bij een volwassen hond), zacht, sluik of gegolfd en kan gekrulde lokken vormen. Elke vorm van toiletteren, de vacht met de schaar op gelijke lengte knippen, en elke vorm van trimmen is verboden. Uitzondering: het bijwerken van de voeten is toegestaan, haren op het hoofd kunnen iets ingekort worden zodat ze de ogen niet bedekken en de haren op de snuit kunnen iets ingekort worden, maar het natuurlijk laten verdient de voorkeur.
Haarkleur
Zelden geheel wit, beige tot rossig in verschillende schakeringen (met zwarte haarpunten toegestaan), zwart, havannabruin, tabakskleur, roodbruin. Platen in deze vachtkleuren zijn toegestaan. Tan-aftekeningen zijn toegestaan in alle schakeringen.

Maat en gewicht

Schouderhoogte
Van 23 tot 27 cm, toegestaan is 21 tot 29 cm.

Defecten

• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan ​​tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten.
• De vermelde fouten moeten in ernst zijn.

Zware defecten

 Het geheel niet voldoen aan type.
 Te stompe of te spitse snuit, waarvan de lengte niet gelijk is aan die van de schedel.
 Roofvogel-ogen, te diep liggende of uitpuilende ogen, gedeeltelijk gepigmenteerde ooglidranden.
 Te lang of te kort lichaam.
 Rechte staart, niet hoog gedragen.
 Frans front (polsen te nauw in stand, voeten naar buiten gedraaid).
 Misvomde voeten.
 Harde vacht, weinig overvloedige vacht, korte vacht (behalve bij pups), getoiletteerde vacht.

Defecten die leiden tot uitsluiting

 Agressief of schuw gedrag.
 Niet gepigmenteerde neus.
 Boven of ondervoorbeet.
 Entropion, ectropion, een of beide ooglidranden niet gepigmenteerd.
 Maat onder of boven de in deze standaard aangegeven norm.

NB :

• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd.
• De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende.
• Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald.
• Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij.

Bibliografie

https://www.fci.be/