Duitse Staande Draadhaar

FCI standaard Nº 98

Land van oorsprong
Duitsland
Vertaling
J.W. Keuper
Groep
Groep 7 Staande honden
Sectie
Sectie 1.1 Continentale staande honden
Werkproef
Met werkproef
Definitieve erkenning door de FCI
vrijdag 26 november 1954
Publicatie van de geldende officiële norm
woensdag 25 oktober 2000
Laatste update
woensdag 29 november 2000
En français, cette race se dit
Chien d'arrêt allemand à poil dur
In English, this breed is said
German Wirehaired Pointer
Auf Deutsch, heißt diese Rasse
Deutsch Drahthaar
En español, esta raza se dice
Braco Alemán de pelo duro

Gebruik

Conform het doel - het functioneren als allround jachtgebruikshond - moet de Duitse Staande Draadhaar alle vereiste aanleg bezitten en voor alle taken in het veld, in het bos en in het water, zowel vóór als na het schot, bruikbaar zijn.

Kort historisch overzicht

De Duitse Staande Draadhaar is een ruwharige staande hond, die volgens de fokkerijbeginselen aan het einde van de 19e eeuw ( Griffon Korthals ) op basis van de ideeën van ”Hegewald” ( graaf Sigismund von Zedlitz und Neukirchen ) sinds de eeuwwisseling werd gefokt met het uitdrukkelijke doel, een evenwichtige en sterk presterende, draadharige Duitse jachtgebruikshond te creëren. Volgens het beginsel ”via de prestatie naar het type” en met de vrijheid van fokken consequent voor ogen, is uit het beste materiaal van de ruwharige rassen ( Poedelpointer, Griffon Korthals, Duits Stichelhaar ) en met inkruising van de Duitse Staande Korthaar in korte tijd een jachtgebruikshond ontstaan, die zich kenmerkt door een praktische, weerbestendige beharing en een veelzijdigheid op alle terreinen van de jachtpraktijk. Door deze eigenschappen is de Duitse Staande Draadhaar binnen enkele decennia het populairste en betrouwbaarste ras onder de grote jachtgebruikshondenrassen in Duitsland en in vele landen van de wereld geworden.

Algemeen totaalbeeld

Een staande hond van een adellijke verschijning, met een harde beharing die de huid volkomen beschermt en met een attente en energieke expressie. De bewegingen moeten krachtig, ruim, vloeiend en harmonieus zijn.

Belangrijke verhoudingen

De romplengte en de schouderhoogte zijn bij voorkeur aan elkaar gelijk. De romplengte mag de schouderhoogte maximaal 3 cm. overschrijden.

Gedrag en karakter (aard)

Standvastig, beheerst, evenwichtig, niet wildschuw of schotgevoelig, schuw noch agressief.

Hoofd

Bovenschedel

Hoofd
Passend bij de lichaamsgrootte en het geslacht. De hoofdlijn is licht divergend ( uiteenwijkend ).
Schedel
Vlak, alleen aan de kanten enigszins rond, matig breed, met duidelijk zichtbare wenkbrauwen. 
Stop
Duidelijk zichtbaar aanwezig.

Facial region

Neus
Conform de haarkleur krachtig gepigmenteerd. Met goed geopende neusgaten.
Voorsnuit
Lange, brede, krachtige, diepe vang; lichte ramsneus.
Lippen
Dikke, aansluitende, niet overhangende lippen met een goede, bij de haarkleur passende pigmentering.
Kiezen / tanden
Grote tanden. Krachtige kaken met een regelmatig en volledig scharend gebit, waarvan de bovenste rij snijtanden zonder tussenruimte voor de onderste rij snijtanden staat en waarvan de tanden verticaal in de kaak staan. Met 42 tanden conform de tandformule.
Ogen
Zo donker mogelijk, noch te diep liggend, noch uitpuilend. Met een levendige, wakkere expressie. Op de oogbol aansluitende, goed gepigmenteerde oogleden.
Oren
Middelgroot, hoog en breed aangezet en niet gedraaid.

Hals

Middellang, krachtig bespierd, licht gewelfde neklijn, droge halslijn.

Lichaam

Bovenlijn
Recht en licht hellend.
Schoft
Geprononceerd.
Rug
Stevig, goed bespierd.
Lendenpartij
Korte, brede, bespierde lendenpartij.
Croupe
Lang en breed, licht hellend en goed bespierd. Breed bekken.
Borst
Breed en diep, met een geprononceerde voorborst en een zo ver mogelijk naar achteren doorlopend borstbeen. Met goed gewelfde ribben.
Onderlijn en buik
In een elegante boog, en buik: licht opgetrokken verlopend, droog.

Staart

De lijn van de rug volgend, bij voorkeur horizontaal of licht naar boven gericht gedragen. Geen steile dracht. Te dik noch te dun. Voor het gebruik bij de jacht doelmatig gecoupeerd. ( In landen waarin de wetgever een coupeerverbod heeft uitgevaardigd, kan de staart ongecoupeerd blijven. De staart dient dan tot het spronggewricht te reiken en recht respectievelijk sabelvormig te worden gedragen ).

Ledematen

Voorhand

Algemeen
Van voren gezien rechte en parallelle, van opzij gezien goed onder het lichaam staande benen. De afstand van de vloer tot de ellebogen dient ongeveer gelijk te zijn aan de afstand van de ellebogen tot de schoft.
Schouders
Goed schuin en naar achteren liggend schouderblad, dat krachtig is bespierd. Goede hoeking van schouderblad en opperarmbeen.
Opperarm
Zo lang mogelijk, goed en droog bespierd.
Ellebogen
Aansluitend aan het lichaam, naar binnen noch naar buiten gedraaid Goede hoeking tussen opperarmbeen en onderarmbeen.
Onderarm
Droog en verticaal staand, met krachtig beenwerk.
Voorvoetwortelgewricht
Sterk.
Voormiddenvoet
Voldoende schuin staande voormiddenvoet.
Voorvoeten
Ovaalrond met goed aaneengesloten tenen en dikke, harde, sterke en goed gepigmenteerde zolen. De voeten staan parallel, zowel in de stand als in de beweging naar binnen noch naar buiten draaiend.

Achterhand

Algemeen
Van achteren gezien recht en parallel. Goede hoekingen in knie- en spronggewricht. Sterke botten.
Dijbeen
Lang, breed en gespierd. Goede hoeking tussen bekken en bovenschenkel.
Onderbeen
Lang, gespierd en pezig.
Knie
Stevig, met goede hoeking tussen dij en onderschenkel.
Achtermiddenvoet
Kort, met verticale stand.
Spronggewricht
Stevig.
Achtervoeten
Ovaalrond met goed aaneengesloten tenen en dikke, harde, sterke en goed gepigmenteerde zolen. De voeten staan parallel, zowel in de stand als in de beweging naar binnen noch naar buiten draaiend.

Gangwerk

Ruim uitgrijpend gangwerk, met een zo groot mogelijke paslengte en goede stuwing vanuit de achterhand, in voor- en achterhand recht en evenwijdig en met een fiere houding.

Huid

Goed aanliggend. Zonder plooien.

Coat

Haarkwaliteit
Draadharig, hard, aanliggend en dicht. Dekhaar ca. 2 tot 4 cm lang; dichte, waterafstotende onderwol. De contouren van het lichaam mogen niet door vrij lang haar worden verdoezeld. Het haar moet door de structuur en de dichtheid een optimale bescherming tegen weersinvloeden en verwondingen bieden. Het hoofd en de oren alsmede het onderste gedeelte van benen, borst en buik moeten korter en dichter, maar niet zachter behaard zijn. Geprononceerde wenkbrauwen en een krachtige, niet te lange maar zo hard mogelijke baard versterken de energieke gelaatsuitdrukking.
Haarkleur
• Bruinschimmel, met of zonder platen.
• Zwartschimmel, met of zonder platen.
• Helschimmel.
• Bruin, met of zonder borstvlek.
Andere kleuren zijn niet toegestaan.

Maat en gewicht

Schouderhoogte
Reuen 61 tot 68 cm, teven 57 tot 64 cm.

Defecten

• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan ​​tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten.
• De vermelde fouten moeten in ernst zijn.

Zware defecten

 Korte, smalle of spitse vang.
 Zwak gebit.
 Slecht aansluitende oogleden.
 Holle rug en karperrug.
 Sterk overbouwd.
 Sterk naar binnen of naar buiten gedraaide ellebogen.
 O-benig, koehakkig of nauw, zowel in stand als in beweging.
 Voortdurende telgang in stap en in draf, stijf of trippelend gaan.
 Dun haar, ontbrekende onderwol.

Defecten die leiden tot uitsluiting

 Iedere vorm van geestelijke instabiliteit, met name schotschuwheid, wildschuwheid, agressiviteit, nervositeit of angstbijten.
 Bovenvoorbeet, ondervoorbeet, kruisbeet, het ontbreken van tanden ( uitgezonderd de P1 ), te nauwe stand van de vangtanden.
 Entropion, ektropion; ogen van verschillende kleur.
 Aangeboren knikstaart of stompstaart.
 Pigmentfouten.

NB :

• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd.
• De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende.
• Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald.
• Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij.

Bibliografie

https://www.fci.be/

 

Gedetailleerde geschiedenis

De Deutsch-Drahthaar werd eind negentiende eeuw in Duitsland opgericht door een kleine groep toegewijde fokkers die een veelzijdige jachthond wilden ontwikkelen die alle aspecten van de Duitse jacht in het veld, bos en water zou bevredigen. Deze groep fokkers slaagde erin een veelzijdige jachthond te creëren die zijn eigenschappen ontleende aan de beste honden van de bestaande grof haarrassen, gekruist met het korthaar bloed. Deze voorouders omvatten de Stichelhaar, Pudelpointer, Griffon en de Deutsch-Kurzhaar.

De Deutsch-Drahthaar is een middelgrote, aanzienlijke hond. De schouderhoogte varieert van ongeveer 61 tot 68 cm voor mannen en van 57 tot 64 cm voor vrouwen. De vacht is over het algemeen stug en strak passend met een dikke onderwol. Deze jas is ontwikkeld om optimale bescherming te bieden tegen invloeden van buitenaf, zoals vocht, kou en warmte, evenals doornen, penseel en insecten. De uitgebreide "wenkbrauwen" en de typische baard geven de DD zijn karakteristieke uiterlijk. Het ras heeft een verscheidenheid aan kleuringen. Ze zijn: bruin en wit of zwart en wit aangevinkt meestal met enkele stevige vlekken, en massief bruin met of zonder een witte borst patch.

Een groep fokkers richtte in mei 1902 de Verein Deutsch-Drahthaar (VDD) op. De drijvende kracht achter de Deutsch-Drahthaar, Freiherr Sigismund van Zedlitz en Neukirch, eiste dat het primaire fokdoel van de jachthond een veelzijdig prestatievermogen zou zijn. Zijn gedachten werden het principe van het VDD fokprogramma: "via prestaties naar standaard". Dit principe wordt nog steeds bevestigd, waarbij geregistreerde fokkers een traditie van vereiste prestaties en fysieke evaluatie volgen voor alle honden die in het fokprogramma worden gebruikt.

Veel fokkers van de German Wirehaired Pointer (GWP) verwijzen terecht naar hun ras als Drahthaar. Naast aanzienlijke verschillen in rasstandaard, is de draadhaar al sinds de late jaren 1950 zonder regulering of beperking gefokt, maar vooral zonder de prestatietests die het vermogen van de Drahthaar bewijzen. Na jaren van onbeperkte fokken en geen veelzijdige prestatienormen is de Duitse draadharige wijzer geëvolueerd naar een duidelijk apart ras. Klik hier voor een beetje meer geschiedenis op de Duitse draadharige wijzer (GWP).

De DD van vandaag is de hond die het meest wordt gebruikt door het Duitse jachtbedrijf en wint snel aan populariteit elders, en dat is niet zonder reden. De Deutsch-Drahthaar is een gepassioneerde, hardwerkende hond. Ze staan ​​bekend om hun uithoudingsvermogen en hun bereidheid om te gehoorzamen, maar ook om zich te concentreren op het werk dat ze doen. Na het voortdurend zoeken op het veld met een gevoelige neus, toont de DD het spel door te wijzen, zodat de jager tot een rustig schot komt. Geschoten vogels worden opgejaagd en teruggevonden naar de meester. DD's vertonen met name het kenmerk van een retriever van verloren spel. Ze doen dit door hun ingeteelde capaciteit om gewonde games te volgen en achtervolgen (en zelfs verzenden), hardnekkig en compromisloos in enkele van de moeilijkste omstandigheden. Dit bespaart het spel tegen onnodig lijden. Hun uithoudingsvermogen, zwemvermogen en zware vacht maken ze ook zeer geschikt voor watervogels jagen in de meest ongunstige omstandigheden.

Hoewel de Deutsch-Drahthaar een uitstekende jachtpartner is, zijn ze ook zeer geschikt als een gezinshond. DD's zijn normaal gesproken zachtaardig en vriendelijk met kinderen en andere honden en staan ​​er om bekend dat ze beschermend zijn voor hun 'gezin' en thuis. Hun intelligentie en kalme manier helpen hen bij het aanpassen aan verschillende levensomstandigheden. VDD-fokreglement bepaalt dat DD's die ongerechtvaardigde agressiviteit ten opzichte van mensen of andere honden vertonen, uit het fokprogramma moeten worden verwijderd, zodat deze eigenschappen niet worden doorgegeven.

Zoals bij alle echte jacht- / werkhonden, heeft de DD een rechtmatige specialistische training en consistente begeleiding nodig. Alleen als hij voldoende training en activiteit krijgt, lijkt hij tevreden.

Om deze echt veelzijdige jachtpartner van dichtbij te bekijken, ga je naar onze contactpagina om iemand in jouw omgeving te zoeken. Als er niemand in uw directe omgeving is, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde persoon. Hij / zij kan u helpen bij het vinden van een VDD / GNA-lid bij u in de buurt.