Sphynx

Vertaling
Francis Vandersteen
Land van oorsprong
De Sphynx is een kattenras afkomstig uit Canada maar gestandaardiseerd in Frankrijk.
Deze kat wordt gekenmerkt door de vrijwel afwezigheid van vacht.

Kort historisch overzicht

In 1966 beviel in Canada een straatkat van een nestje naakte kittens. Twee katten werden door dokter Hugo Hernandez teruggebracht naar Nederland, waar ze werden gekruist met Devon rexen. Een heel nest werd in 1983 geïmporteerd naar Frankrijk door de Franse fokker Patrick Challain, die ze een jaar later presenteerde op de kattenshow van Baltard. In 1985 werden twee andere katten vanuit Nederland naar Frankrijk geïmporteerd door Aline en Philippe Noël, waaruit Aménophis Clone werd geboren. Deze kat diende als basis voor de eerste rasstandaard. Volgens het Livre officiel des origines félines (LOOF) kan de Sphynx daarom beschouwd worden als van Franse oorsprong.

Algemeen totaalbeeld

In tegenstelling tot wat je zou denken, is de Sphynx geen fragiele kat. Zijn levensverwachting is hetzelfde als die van andere katten. Hij is ook niet bijzonder koud en sommige katten houden zelfs van sneeuw. Hoewel het ongepast zou zijn om een Sphynx de nacht buiten te laten doorbrengen, kan de kat in de winter naar buiten als hij dat wil. Tot slot is zijn gebrek aan snorharen helemaal geen handicap en hij slaat zichzelf niet meer dan andere katten. Het zijn uitstekende jagers.

Gedrag en karakter (aard)

De Sphynx wordt beschreven als een extreem aanhankelijke, zelfs aanhankelijke kat die graag in gezelschap leeft. Hij heeft de aandacht van zijn baasje nodig en zit graag op zijn schouders. Deze karaktereigenschappen zijn echter volledig individueel en hangen vooral af van de geschiedenis van elke kat.

Gezondheid

Hoewel hij haarloos is, heeft de Sphynx speciale verzorging nodig. De talg wordt niet langer geabsorbeerd door het haar en heeft de neiging om de huid in te vetten. Ze moeten in bad en onder toezicht in de felle zon. Je kunt zonnebrandcrème aanbrengen. Je moet er ook op letten dat je je kat niet buiten laat bij erg koud weer.
Ondanks zijn gebrek aan haar veroorzaakt de Sphynx toch een allergie voor "kattenhaar", want het zijn in feite speekselafscheidingen en talgklieren (in de huid) die verantwoordelijk zijn voor deze allergie. Hun bijzonderheid is echter een voordeel voor mensen met een lichte allergie, omdat het de verspreiding van haar en dus allergenen in hun omgeving voorkomt.

Genetica

Het gebrek aan haar bij de Sphynx wordt veroorzaakt door een allel van het gen dat kort haar veroorzaakt bij de Devon Rex. Het Sphynx allel is dominant over het Devon allel en beide zijn recessief in het wild-type. Om het gen te versterken, worden Sphynxen soms gekruist met Devon Rexen, wat helaas vaak leidt tot ernstige gebits- en zenuwproblemen. Deze praktijk is daarom verboden in de meeste Sphynx verenigingen.
Genetisch onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Californië in Davis heeft de aanwezigheid in zeer lage frequentie gerapporteerd van het recessieve allel dat verantwoordelijk is voor de witte gantage van de Sacré de Birmanie bij de Sphynx. Er bestaat een specifieke genetische test om het Birmaanse gantageen op te sporen.

Hoofd

Bovenschedel

Hoofd
Het hoofd is langer dan het breed is, met hoekige contouren.
Schedel
De schedel is vlak met een lichte onderbreking bij de neus.

Facial region

Wangen
De jukbeenderen zijn prominent.
Ogen
Citroenvormig, open en expressief. Alle kleuren zijn toegestaan, maar moeten passen bij de vachtkleur.
Oren
De oren zijn zeer groot, laag op het hoofd gedragen en breed aan de basis. De punten zijn afgerond.

Lichaam

Algemeenheid
Het lichaam van de Sphynx heeft duidelijk zichtbare spieren en een afgeronde buik.

Staart

De staart is dun, zoals de staart van een rat.

Ledematen

De poten zijn vrij lang en slank, maar toch gespierd.

Voeten

De poten zijn ovaal, met lange, slanke tenen. Een bijzonderheid is dat de voetzolen dikker zijn dan bij andere katten, waardoor het lijkt alsof ze op kussens staan.

Coat

Vacht en textuur
De Sphynx kan volledig haarloos zijn of heel fijn dons op het lichaam hebben, en er kunnen een paar korte haartjes voorkomen achter de oren, op de snuit, staart en testikels. De huid voelt perzik aan. Afhankelijk van het ras moet de huid zoveel mogelijk plooien hebben, vooral bij jonge honden. Alle kleuren zijn toegestaan bij dit kattenras, en hun huid neemt de kleur aan van het haar dat ze gehad zouden hebben.
Om hun gebrek aan haar te compenseren, is hun huid dikker dan die van andere rassen en rijk aan collageen en talg. Ze hebben ook een dikkere vetlaag onder de huid. Om hun energieverlies te compenseren, eten ze meer dan andere katten.