Algerian Mastiff |
||
Hij wordt niet erkend door de F.C.I. |
Land van oorsprong |
Algerije | |
Vertaling |
Francis Vandersteen | |
Dit ras staat ook wel bekend als |
Algerian Mountain Dog
|
Dit oude hondenras staat op het punt van uitsterven, met slechts 2 bekende paren in Algerije vandaag de dag. Een nauwe verwant van de Marokkaanse Aidi, de Algerijnse Mastiff is de grootste van de Atlas berghonden, en wordt beschouwd als de afstammeling van een ras dat eeuwen geleden verdween op de berg Tahat in het noordwesten van het land. De Algerian Mastiff heeft veel bloed en afstamming van Europese rassen toen de Feniciërs, en nog verder terug de Romeinen en verschillende Vandalen, grote aantallen van hun honden naar Afrika brachten. Aan het begin van het Turkse Rijk, in de jaren 1500, wordt aangenomen dat de Algerijnse Mastiff bloed kreeg van de Anatolische Herder, wat resulteerde in een verhoogde snelheid en behendigheid, maar ook een verandering in uiterlijk. In de daaropvolgende 200 jaar, ontving deze "nieuwe en verbeterde" Algerijnse Mastiff bepaalde bloedlijnen van Turkse en Aziatische honden. Gezegd dat hij vastberaden, gemeen en hardnekkig was, werd de Algerijnse Mastiff impopulair tijdens de Franse en Arabische regimes. Van oudsher hebben herders en veehoeders sterke, energieke honden nodig om hun vee en hun dorp te beschermen, maar ook om een bron van vermaak te bieden door deel te nemen aan lok- en vechtwedstrijden. In de afgelopen 60 jaar is het aantal Algerijnse Mastiffs sterk afgenomen en de autoriteiten betwijfelen of er vandaag de dag nog zuivere exemplaren over zijn. Het helpt niet dat elke hond die tegenwoordig in Algerije wordt gevonden deze naam lijkt te dragen. Langwerpig, gespierd en ruig, de meeste honden die vandaag de dag worden gevonden hebben een waterdichte, goed gevoerde vacht, met een rijke beharing van verschillende lengte, in een gevarieerd kleurenpalet. De gemiddelde hoogte is ongeveer 68 centimeter. |