Bengaalse vos |
||
Hij is een wild dier |
Land van oorsprong |
India en buurlanden | |
Vertaling |
Francis Vandersteen |
Het bezit van dit dier is niet toegestaan Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die wel gehouden mogen worden (M.B. 24.08.2009) |
De Bengaalse vos (Vulpes bengalensis) is een vossensoort die leeft op het Indiase subcontinent. De Bengaalse vos is een endemische soort op het Indiase subcontinent, wat betekent dat hij alleen voorkomt in India en in bepaalde regio's van Nepal, Bangladesh en Pakistan. Hij leeft het liefst in semi-aride habitats, vooral graslanden. Dichte bossen en echte woestijnen worden gemeden. Deze vossensoort is relatief klein. Zijn lichaam is ongeveer 50 tot 60 cm lang, met een staart van ongeveer dertig centimeter. Over het algemeen weegt hij tussen de 2 en 4 kg. Zijn vacht is zandkleurig oranje en het uiteinde van zijn staart is zwart. Zoals de meeste vossen is hij omnivoor. Hij voedt zich voornamelijk met insecten (orthoptera, termieten, mieren, kevers), spinnen, vogels en hun eieren (rouwende ijsvogel, kruismus en grijze franjoen), kleine knaagdieren (Millardia meltada, Mus booduga, Tatera indica), haasachtigen (Lepus nigricollis), reptielen (Ptyas mucosa) en fruit (jujube, neem, mango, Syizigium cumini en Ficus bengalensis). Hoewel de Bengaalse vos in paren leeft, jaagt hij alleen. Vossen produceren een reeks vocalisaties. Een lange schreeuw is de meest voorkomende vorm van vocale uitwisseling. Maar de vos kan ook janken, jammeren of grommen. Na een draagtijd van 51 tot 53 dagen brengt het vrouwtje een nest van 3 tot 6 jongen ter wereld die tussen de 50 en 100 gram wegen. |