Ethiopische wolf |
||
Hij is een wild dier |
Land van oorsprong |
Ethiopië | |
Vertaling |
Francis Vandersteen |
Het bezit van dit dier is niet toegestaan Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die wel gehouden mogen worden (M.B. 24.08.2009) |
De Ethiopische wolf (Canis simensis), ook bekend als de Abessijnse wolf naar de oude naam die gebruikt werd om Ethiopië aan te duiden, Caberu, Simian jakhals of zelfs kebero in het Amhaars, is de op twee na zeldzaamste hondachtige ter wereld (na de Darwin vos en de rode wolf), met een totale populatie die geschat wordt op minder dan 500 individuen in het wild, waarvan 300 in het Mount Bale nationaal park (in centraal Ethiopië) en geen enkele in gevangenschap. De wolf is door de International Union for Conservation of Nature (IUCN) geclassificeerd als een "bedreigde" diersoort. De Ethiopische wolf is een diersoort die inheems is op de Ethiopische hoogvlakten op een hoogte van ongeveer 3000 meter. Deze wolven, die zich voornamelijk voeden met knaagdieren (vooral reuzenmolratten), leven in familiegroepen. Een groot aantal van de laatste exemplaren van de soort zijn het slachtoffer geworden van een epizoötie in het Mont Balé National Park. Tussen eind september 2003 en januari 2004 doodde hondsdolheid 65 wolven, meer dan driekwart van de populatie in de regio van de Webvallei. De hondsdolheid is mogelijk geïntroduceerd door de honden van herders die hun kuddes laten grazen in het park. Het Ethiopian Wolf Conservation Programme heeft in november 2003 in de Web Valley een vaccinatieprogramma opgezet dat financieel wordt ondersteund door CEPA en dat ernstig wordt bedreigd door deze hondsdolheidepizoötie. Hun aantal is de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen, voornamelijk als gevolg van ziektes die door honden worden overgebracht en de toename van de veeteelt op de hoogvlakten. Momenteel zijn er nog maar een dozijn roedels over, die samen ongeveer 500 individuen vertegenwoordigen. |