Boskat |
||
Hij is een wild dier |
Land van oorsprong |
Europa | |
Vertaling |
Francis Vandersteen |
Het bezit van dit dier is niet toegestaan Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die wel gehouden mogen worden (M.B. 24.08.2009) |
Hoewel ze qua uiterlijk op onze gedomesticeerde metgezellen lijken, zijn boskatten (ook wel wilde katten genoemd) een soort op zich, die, zoals hun naam al doet vermoeden, in en rond bosgebieden leven. Hij eet kleine zoogdieren en andere prooien, waar hij voornamelijk op jaagt in open gebieden in de buurt van bosranden. Het probleem van hybridisatie met de huiskat (en in het bijzonder met huiskatten die zijn teruggekeerd in het wild, bekend als "harets" of "zwerfkatten") vormt een belangrijk probleem voor het behoud van de bossoorten. Aan de Universiteit van Luik wordt momenteel een studie uitgevoerd naar de introgressie van huiselijke genen bij boskatten. De boskat is iets groter dan de huiskat, tussen 73 cm en 1 m lang (inclusief staart), met een gemiddeld gewicht van ongeveer 4 tot 5 kg bij de man en tussen 3,5 en 4 kg bij de vrouw. Individuele lichaamsgewichten kunnen echter aanzienlijk variëren afhankelijk van het seizoen. De vacht van de boskat heeft een basiskleur die varieert van grijsachtig vaalros tot licht vaalros. Over het algemeen is de vacht getralied met zwarte strepen, zeer diffuus op de flanken. Deze zijn verbonden met een vrij duidelijke zwarte rugstreep die begint tussen de schouderbladen en loopt tot het einde van het lichaam (maar niet op de staart). De staart is cilindrisch, met zwarte ringen (meer uitgesproken naar het uiteinde toe) en een dikke zwarte eindpunt (ongeveer 3,5 tot 4 cm breed), in tegenstelling tot de huiskat waar hij taps toeloopt. De schedel van de boskat is breder, zijn achterpoten zijn steviger en zijn vacht is dikker dan die van de huiskat, waardoor hij er gedrongen uitziet. Omdat hybridisatie tussen de boskat en de huiskat gedocumenteerd is en niet noodzakelijkerwijs gepaard gaat met zichtbare kenmerken, is het echter onmogelijk om met zekerheid een boskat van een hybride kat te onderscheiden door hem alleen maar te observeren. De boskat heeft een sterk gefragmenteerde verspreiding in Europa. Deze kernen zijn waarschijnlijk een weerspiegeling van de afname van beboste gebieden, vooral in de periode 1700-1900. Zo komt de boskat voor op het Iberisch schiereiland, Midden- en Oost-Europa, Italië en Sicilië (het enige eiland in de Middellandse Zee waar de soort voorkomt). In Schotland lijkt de hybridisatie met de huiskat zeer sterk te zijn geweest, tot het punt waar het moeilijk is om raszuivere sylvanische individuen te vinden (88% van de individuen zou hybridisch zijn). De Belgische populatie maakt deel uit van een kern die ook Noordoost-Frankrijk, Luxemburg en Zuidwest-Duitsland omvat. |