Brandlbracke

FCI standaard Nº 63

Land van oorsprong
Oostenrijk
Vertaling
Francis Vandersteen
Groep
Groep 6 Lopende honden en zweethonden
Sectie
Sectie 1.2 Gemiddeld lopende honden
Werkproef
Met werkproef (onderzoek jacht en bloed)
Definitieve erkenning door de FCI
vrijdag 03 september 1954
Publicatie van de geldende officiële norm
dinsdag 10 oktober 1995
Laatste update
dinsdag 18 juni 1996
En français, cette race se dit
Brachet autrichien noir et feu
In English, this breed is said
Austrian Black and Tan Hound
Auf Deutsch, heißt diese Rasse
Brandlbracke
En español, esta raza se dice
Sabueso Austriaco Negro y Fuego

Gebruik

Dankzij zijn speciale vaardigheden voor het harde werk in de bergen, maar ook gewoon, black and tan Brachet (quatreoeillé) is erg populair als jachthond en als speurhonden bloed.

Kort historisch overzicht

De zwarte en tan Brachet (quatreoeillé) wordt beschouwd als een echte afstammeling van de Keltische Hond. Zoals in bijna alle rassen van oude oorsprong er in de black and tan Brachet geen absolute bewijs van de oorsprong tot het midden van de 19e eeuw. Dit komt omdat tot die tijd, vee werden niet gereguleerd.

Algemeen totaalbeeld

Middelgroot, stevig, langwerpig en elastisch.

Gedrag en karakter (aard)

Fijne neus, volgt de hele weg voordat de haas met grote veiligheid. Het is goed geuit en de piercing. Het is een aangenaam karakter.

Hoofd

Bovenschedel

Schedel
Groot, licht gemarkeerd occipitale regio. 

Facial region

Neus
Zwart.
Voorsnuit
Sterk.
Lippen
Goed ontwikkeld, correct worden toegepast, regelmatig gepigmenteerd.
Neusbrug
Recht.
Kiezen / tanden
Schaargebit, sterke tanden. Een complete set met 42 tanden is gelegen, is de afwezigheid van in totaal 2 PM1 en PM2 (premolaren 1 of 2) getolereerd en M3 (molaire 3) worden niet in aanmerking genomen.
Ogen
Helder, donkerbruin, rood bindvlies zonder zichtbare op de hoek van het oog.
Oren
Middelmatige lengte, niet te breed, hoog, afgerond op het einde, opknoping plat tegen de wang.

Hals

Gemiddelde lengte, sterk, wammen niet gewenst.

Lichaam

Schoft
Goed gemarkeerd.
Rug
Lang.
Lendenpartij
Licht gestegen.
Croupe
Licht gekanteld.
Borst
Breed, diep.

Staart

Lang, geleidelijk toelopend, licht gebogen, opknoping in rust, op de lagere gezicht, haar, ruw, een brok niet te hard.

Ledematen

Voorhand

Algemeen
Goed ontwikkelde, voorpoten recht en sterk.
Schouders
Oblique, zeer gespierd.

Achterhand

Dijbeen
Lange, dunne, matig ontwikkelde spieren.

Voeten

Sterk, rond, gebogen. Tenen strak, nagels sterk en zwart, groot en bestendig pads.

Gangwerk

Die veel grond en elegant.

Coat

Haarkwaliteit
Haar glad, strak aanliggend, dicht, strak, flexibel met een zijdeachtige glans. Lengte van ongeveer 2 cm.
Haarkleur
Zwart met kleine markeringen scherp gedefinieerde kleur ecru naar donker. Beide tan aftekeningen boven de ogen (hond quatreoeillé) moet aanwezig zijn.

Maat en gewicht

Schouderhoogte
Grootte van 48 tot 56 cm.
Schofthoogte voor reuen 50 tot 56 cm en teven 48 tot 54 cm.

Defecten

• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan ​​tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten.
• De vermelde fouten moeten in ernst zijn.

General defecten

 Schedel te smal.
 Brede voorsnuit.
 Gevouwen oren te spits, smal, kort.
 Staart te kort, te dun, sterk gebogen naar boven, zonder haar borstel aan de onderzijde.
 Zwakke leden.
 Timide onderwerp.

Defecten die leiden tot uitsluiting

 Agressief of schuw.
 Boven-of onderschreden.
Afwezigheid van meer dan twee premolaren 1 of 2.
 Elke andere kleur dan die welke in het voorgaande.
 Afwezigheid van tan-aftekening duidelijk aangegeven boven de ogen (honden quatreoeillés).

NB :

• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd.
• De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende.
• Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald.
• Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij.

Bibliografie

https://www.fci.be/