Harrier

FCI standaard Nº 295

Land van oorsprong
Groot-Brittannië
Vertaling
Francis Vandersteen
Groep
Groep 6 Snuffelhonden onderzoek en aanverwante rassen
Sectie
Sectie 1.2 Lopende Honden van Middelgrote
Werkproef
Met werkproef
Definitieve erkenning door de FCI
woensdag 27 november 1974
Publicatie van de geldende officiële norm
woensdag 27 november 1974
Laatste update
donderdag 05 maart 1998
En français, cette race se dit
Harrier
In English, this breed is said
Harrier
Auf Deutsch, heißt diese Rasse
Harrier
En español, esta raza se dice
Harrier

Gebruik

Lopende Hond.

Algemeen totaalbeeld

Hond sterk en licht van gewicht, minder krachtig en meer onderscheiden dan de Foxhound.

Hoofd

Bovenschedel

Hoofd
Expressieve, matig breed.
Schedel
Flat, de achterhoofdsknobbel licht aangegeven. 

Facial region

Neus
Black, relatief ontwikkeld.
Voorsnuit
Eerder lange en nogal puntig.
Lippen
Ze bestrijken op de onderkaak.
Ogen
Altijd donker, nooit prominent, van middelmatige grootte, niet te rond.
Oren
Gevormde "V", bijna vlak, iets gedraaid, vrij kort en nogal vastgebonden.

Hals

Lang en goed op de schouders, licht gebogen aan de top.

Lichaam

Rug
Recht en gespierd.
Lendenpartij
Sterk en licht gebogen.
Borst
Meer ontwikkeld hoogte dan de breedte.
Ribben
Flat in plaats van te rond.
Flank
Moet niet te vol of gewalst.

Staart

Gemiddelde lengte, licht borstelig en goed uitgevoerd.

Ledematen

Voorhand

Algemeen
Voorbenen recht en loodrecht.
Schouders
Schuine en gespierd.

Achterhand

Algemeen
De heupen zijn krachtig en goed los.
Dijbeen
Lang en diep.
Spronggewricht
Niet te recht, noch te schuin.

Voeten

Noch te dichtbij of te rond.

Gangwerk

Flexibele aanpak en gewaarborgd.

Huid

Wit met zwarte tekening.

Coat

Haarkwaliteit
Glad in het Engels, dat is vlak en niet te kort.
Haarkleur
Meestal wit met alle schakeringen van zwart naar oranje en in Frankrijk over het algemeen tricolor met een zwarte jas met betrekking tot de bovenrug.

Maat en gewicht

Schouderhoogte
48 tot maximaal 55 cm, bij voorkeur 48 tot 50 cm.

Defecten

• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan ​​tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten.
• De vermelde fouten moeten in ernst zijn.

Defecten die leiden tot uitsluiting

 Agressief of schuw.
 Butterfly neus.
 Prognathie.
 Lendenen lang en zacht.
 Slanke dijen.
 Beurzen verkleurd.

NB :

• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd.
• De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende.
• Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald.
• Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij.

Bibliografie

https://www.fci.be/