Leeuwhondje |
||
FCI standaard Nº 233 |
||
Land van oorsprong |
Frankrijk | |
Vertaling |
Ans van der Burg | |
Groep |
Groep 9 Gezelschapshonden | |
Sectie |
Sectie 1 Bichons en aanverwante rassen | |
Werkproef |
Zonder werktest | |
Definitieve erkenning door de FCI |
maandag 30 oktober 1961 | |
Publicatie van de geldende officiële norm |
woensdag 24 maart 2004 | |
Laatste update |
vrijdag 02 april 2004 | |
En français, cette race se dit |
Petit chien lion | |
In English, this breed is said |
Little Lion Dog | |
Auf Deutsch, heißt diese Rasse |
Löwchen | |
En español, esta raza se dice |
Pequeño Perro León |
Gebruik |
Gezelschapshond. |
Kort historisch overzicht |
In de Kathedraal van Amiens, waarvan de bouw terug gaat tot de 13e Eeuw, kan je, uitgehouden in steen, twee Leeuwhondjes zien, die het ras perfect vertegenwoordigen. In de 15de eeuw is het uitgesproken silhouet dikwijls afgebeeld op wandkleden.Het ras werd gekoesterd door de dames van het hof van Bourgondië. Het ras werd voornamelijk in de 17e eeuw gepresenteerd in oude meesterwerken. In de 18de eeuw omschrijft Buffon ze erg precies in zijn “Histoire Naturelle” en beklemtoont de zeldzaamheid. In dezelfde periode vermeld de Zweedse naturalist Linné hetzelfde. Het Leeuwhondje heette eerst “Bichon Petit Chien Lion”. De Franse rasvereniging werd18 november 1947 opgericht. |
Algemeen totaalbeeld |
Het is een kleine intelligente hond, vrolijk en met een levendige en alerte expressie, het geheel is robuust met goed bone, het lichaam is kort en goed geproportioneerd, hooggedragen hoofd, opgetrokken buiklijn. De beweging is trots en vastberaden, geaccentueerd door de zwierige manen van het leeuwtoilet. De ongeschoren gedeeltes moeten compleet naturel zijn en mogen absoluut niet geknipt worden. Het leeuwtoilet is verplicht voor de show. |
Belangrijke verhoudingen |
Het Leeuwhondje is vierkant gebouwd. De lengte van het lichaam (punt van schouder tot bil) is gelijk aan de hoogte tot de schoft. De lengte van de voorsnuit is ongeveer 2/3 van de lengte van de schedel. |
Gedrag en karakter (aard) |
Erg aanhankelijk en gehoorzaam voor zijn baasjes, attent en ontvankelijk, op zijn gemak in alle omstandigheden, ze zijn rustig en bescheiden als het gevraagd wordt. Door zijn vrije en zachte uitdrukking lijkt het of hij probeert te begrijpen wat er van hem verlangd wordt. |
Hoofd |
||
Bovenschedel |
||
Hoofd |
Verhoudingsgewijs kort en tamelijk breed vanaf de top van de schedel tot de voorsnuit, hoog gedragen. | |
Schedel |
Verhoudingsgewijs plat en zo breed als dat het lang is. | |
Stop |
Matig gewelfd. |
Facial region |
||
Neus |
Zwart (geheel gepigmenteerd is verplicht), behalve voor bruine of aanverwante vachten, daarvan is de neus donkerbruin (geheel gepigmenteerd is verplicht). De neus is goed in lijn met de toplijn van de voorsnuit. | |
Voorsnuit |
Nogal breed, recht | |
Lippen |
Gesloten en zwart, behalve voor honden die bruin of aanverwante kleuren zijn, hierbij zijn de lippen donkerbruin. | |
Kiezen / tanden |
Sterke tanden, compleet scharend gebit. Afwezigheid van de PM1 wordt getolereerd. | |
Ogen |
Goed naar voren geplaatst, de ogen zijn groot, erg donker, rond en goedgeplaatst. Ze moeten naar voren kijken. De oogleden zijn helemaal gepigmenteerd. | |
Oren |
Zijn laag aangezet (gelijk aan de ogen) Gemiddeld lang, in staat om als je er aan trekt bijna half de voorsnuit te bedekken, hangend, goede franjes. De franjes kunnen op zijn minst tot het eind van de neus rijken. |
Hals |
Van goede lengte, licht gebogen, harmonieus overlopend in de schouders en schoft. |
Lichaam |
||
Bovenlijn |
Recht. | |
Lendenpartij |
Kort, breed en gespierd. | |
Borst |
Goed ontwikkeld diep tot de ellebogen. | |
Onderlijn en buik |
Goed oplopende buiklijn. |
Staart |
Iets onder de toplijn aangezet. Elegant gedragen over de rug zonder deze te raken. Alleen de pluim raakt de rug, staand of in actie. |
Ledematen |
Voorhand |
||
Algemeen |
Goed recht. | |
Schouders |
Goed gebogen, goed bewegend, schouderblad goed bespierd. | |
Ellebogen |
Licht hellend van opzij bekeken. | |
Voormiddenvoet |
Kort en recht vanaf de voorzijde bekeken, | |
Voorvoeten |
Klein en rond, tenen aangesloten en goed gebogen. |
Achterhand |
||
Algemeen |
Goed recht. | |
Dijbeen |
Boven- en onderdij goed gespierd, het scheenbeen heeft dezelfde lengte als het dijbeen. De punt van de bil steekt een beetje uit. | |
Achtermiddenvoet |
Sterk, loodrecht naar de grond. | |
Spronggewricht |
Tamelijk sterk, meet ongeveer ¼ van de schofthoogte, normaal gehoekt. | |
Achtervoeten |
Klein en rond, tenen aangesloten en goed gebogen. |
Gangwerk |
Levendig, energiek met een goede strekking, benen gaan parallel in actie, hoofd wordt trots gedragen. |
Coat |
||
Haarkwaliteit |
De vacht is zijdeachtig, lang, golvend, dicht; zonder ondervacht. | |
Haarkleur |
Alle kleuren en combinaties van kleuren zijn toegestaan. |
Maat en gewicht |
||
Schouderhoogte |
26 tot 32 cm, met tolerantie van 1cm. minder of meer. | |
Gewicht |
Ongeveer 6 kg. |
Defecten |
• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten. • De vermelde fouten moeten in ernst zijn. |
Defecten die leiden tot uitsluiting |
Agressief of overdreven bang. Pigmentverlies, geheel of gedeeltelijk, van de neus, lippen en oogranden anders dan zwart, of een andere kleur dan donkerbruin voor honden met een bruine en alle derivaten van deze kleur. Wipneus. Afwezigheid van een of meer snijtanden of hoektanden. Afwezigheid van twee niet opeenvolgende tanden (P2 ,P3 ,P4 onder). Afwezigheid van twee opeenvolgende tanden (P2 ,P3 ,P4 onder). Afwezigheid van een scheurkies (P4 boven, M1 onder) of een andere kies, behalve M3. Overbijt, onderbijt. Oogen : klein, amandelvormig, uitpuilend, te licht of glasoog. Entropion, ectropion. Oren: niet lang genoeg of zonder franje. Staart gekruld in een ring. Vacht : krullerig, te kort, niet golvend. Ernstige anatomische fouten. |
NB : |
• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd. • De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende. • Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald. • Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij. |
Bibliografie |
https://www.fci.be/ |