Noorse Buhund

FCI standaard Nº 237

Land van oorsprong
Noorwegen
Vertaling
Francis Vandersteen
Groep
Groep 5 Spitz honden en oertypen
Sectie
Sectie 3 Scandinavische waak en herdershonden
Werkproef
Zonder werkproef
Definitieve erkenning door de FCI
maandag 25 februari 1963
Publicatie van de geldende officiële norm
maandag 09 augustus 1999
Laatste update
maandag 09 augustus 1999
En français, cette race se dit
Buhund norvégien
In English, this breed is said
Norwegian Buhund
Auf Deutsch, heißt diese Rasse
Norwegischer Buhund
En español, esta raza se dice
Buhund noruego
In zijn land van herkomst is zijn naam

Norsk Buhund

Gebruik

Watchdog, boerderij en het nut herder veelzijdig.

Algemeen totaalbeeld

Dit is een typisch Spitz is ingeschreven in een vierkant waarvan de grootte is een beetje onder het gemiddelde. De uitdrukking is alert en openhartig. De oren zijn rechtopstaand en puntig. De staart is sterk gekruld over de rug.

Gedrag en karakter (aard)

Moedig, energiek, vriendelijk.

Hoofd

Bovenschedel

Hoofd
Zonder dat het te zwaar, het hoofd is in goede grootte verhouding met het lichaam. Kegelvormig droog. De functies met betrekking tot mannelijke en vrouwelijke moeten duidelijk gemarkeerd zijn.
Schedel
Bijna vlakke en goed gevuld onder de ogen. De assen van de schedel en de snuit zijn bijna parallel. 
Stop
Goed gedefinieerd, maar niet te uitgesproken.

Facial region

Neus
Zwart.
Voorsnuit
Ongeveer dezelfde lengte als de schedel. Noch te smal en niet te zwaar.
Lippen
Stevig jointed, zwart.
Neusbrug
Recht.
Kiezen / tanden
Schaar. Normale tanden.
Ogen
Ovaal, zo donker mogelijk. Randen van de oogleden zwart.
Oren
Middelgroot, puntig, gedragen stevig rechtop.

Hals

Gemiddelde lengte, droog, sterk, goed gedragen.

Lichaam

Rug
Kort, krachtig en recht.
Lendenpartij
Kort, krachtig en recht.
Croupe
Zo weinig geneigd mogelijk.
Borst
Deep.
Ribben
Ribben goed gewelfd.

Staart

Hoog aangezet, sterk gekruld, gedragen op het midden van de rug, aan de zijkant ook.

Ledematen

Voorhand

Algemeen
Vaste stoffen, gevuld met goed bone.
Schouders
Matig hellend.
Ellebogen
Om het lichaam, noch naar binnen noch buiten.
Onderarm
Recht.
Voormiddenvoet
Matig gebogen.
Voorvoeten
Ovaal, compact.

Achterhand

Algemeen
Matige hoekingen.
Dijbeen
Krachtig, goed gespierd.
Onderbeen
Goed gespierd.
Achtervoeten
Ovaal, compact.

Gangwerk

Gemakkelijk beweging, parallel, met een goede stuwing vanuit de achterhand. De bovenbelijning blijft stevig.

Coat

Haarkwaliteit
Coat dik, overvloedig en hard, maar glad en vlak is. Op het hoofd en voorzijde van de benen is het haar relatief korte, de nek, borst, rug van de dijen en staart is langer. De ondervacht is zacht en dik.
Haarkleur
Tarwe (biscuit): Variërend van redelijk helder tot geelachtig rood, kan de uiteinden van de haren worden verkoold of niet, maar dat steenkool doet geen afbreuk aan de basiskleur. Het masker is toegestaan. Frank en lichte kleur heeft de voorkeur. Zo weinig wit mogelijk.
Zwart: bij voorkeur gekleurd (zonder al te veel fading tan). Zo weinig wit mogelijk.

Maat en gewicht

Schouderhoogte
Voor reuen 43 tot 47 cm en voor teven 41 tot 45 cm.
Gewicht
Voor reuen 14 tot 18 kg en voor teven 12 tot 16 kg.

Defecten

• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan ​​tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten.
• De vermelde fouten moeten in ernst zijn.

General defecten

 Grondwet te fijn of te grof, gebrek aan elegantie.
 Leverkleurige neus (bruin) of roze.
 Tanggebit.
 Heldere ogen, uitpuilende ogen.
 Staart slecht verpakt, hangend, met randanimatie.
 Kruis hoger dan de schoft.
 Anterior te maaien, niet kort, niet de prestaties.
 Golvende of te lang.
 Nervositeit.

Defecten die leiden tot uitsluiting

 Agressief of schuw honden.
 Boven-of onderschreden.
 Oren niet geprikt.
 Elke andere kleur dan die genoemd in de voorgaande.
 Honden die 1 cm of 2 cm kleiner dan de maten aangegeven in de norm.

NB :

• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd.
• De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende.
• Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald.
• Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij.

Bibliografie

https://www.fci.be/