 |
Petite Labradoodle |
|
Hij wordt niet erkend door de F.C.I. |
Land van oorsprong |
Canada <> U.S.A. <> Frankrijk -> U.S.A. | |
Vertaling |
Francis Vandersteen |
Een korte presentatie van de Petite Labradoodle |
| De Petite Labradoodle is een kruising van de Labrador Retriever, de Amerikaanse Cocker Spaniel en de Toy of Miniature Poedel. Het is een heerlijke mix van plezier, intelligentie, genegenheid, behendigheid en bescherming in een vrolijk klein pakketje dat puur gemaakt lijkt te zijn voor gezelschap, als waakhond en als onderdeel van een geliefd gezin. Hij is ook erg getalenteerd, met trucjes, behendigheid, waakhond, gehoorzaamheid, speuren, wedstrijdgehoorzaamheid en apporteren in zijn repertoire. En omdat hij middelgroot is, zal hij waarschijnlijk proberen om op schoot zitten aan die lijst toe te voegen. |
Geschiedenis van de Petite Labradoodle |
| De Petite Labradoodle is een hybride mix van Labrador Retriever, Amerikaanse Cocker Spaniel en Poedel, meestal de toy of Miniature versie. Deze kruising verschilt een beetje van de andere in die zin dat de Labradoodle, een mix van Labrador en Poedel, al een erkend en zeer populair designerras is. De Labradoodle hybride werd ontwikkeld in de jaren 1990 tot begin 2000 en is momenteel erg populair, waardoor de wens naar een kleinere versie van deze leuke, aanhankelijke hond is ontstaan. Om de Petite Labradoodle te verkrijgen, de kleinere versie van de al populaire Labradoodle, gebruikten fokkers de Labrador en de Poedel, de stamboomouders van de Labradoodle, en voegden ze de Cocker Spaniël toe aan de biologische mix. Deze mix van ouderrassen levert een heerlijke mix op van een verscheidenheid aan kwaliteiten en eigenschappen van elk van de ouderrassen, afhankelijk van het percentage van de mix van elk ouderras. De Labradoodle, een mix van Labrador en Standaard Poedel, komt oorspronkelijk uit Australië en werd beschouwd als hypoallergeen en, vanwege zijn grootte, gebruikt als hulphond naast gezelschap voor het gezin, een talent dat werd ontdekt als gevolg van de oorspronkelijke bedoeling en het doel van het ras. De Petite Labradoodle is erkend door de Dog Registry of America. |
Een beetje van de Labrador Retriever |
||
| De Labrador Retriever ontstond in Canada in de jaren 1800 en stond voor het eerst bekend als de Saint John's Water Dog in de hoofdstad Newfoundland. Deze grote, knappe hond hielp vissers vis te vangen die uit hun netten ontsnapte, waardoor ze de naam Retriever kregen terwijl de naam Labrador afkomstig was van de Labrador Zee. Volgens hun gegevens werden ze in het begin van 1800 naar Engeland gebracht en de graaf van Malmesbury was de eerste die er een bezat en ontdekte hun uitstekende jacht- en apporteervaardigheden. Ze verdwenen bijna in de jaren 1880 toen de Newfoundland wetten het bezitten van meer dan één van deze honden verboden, maar ze werden gered door de Malmesbury familie en andere fokkers. Ze werden toegelaten tot de American Kennel Club in 1917 waar ze nog steeds het nummer één hondenras in Amerika zijn. | ||
 |
||
| Standaard van de Labrador Retriever | ||
Een beetje van de Amerikaanse Cocker Spaniel |
||
| De Amerikaanse Cocker Spaniel komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten. De naam Cocker Spaniel is door de eeuwen heen gebruikt om te verwijzen naar een aantal kleine honden en een verscheidenheid aan Spaniël rassen. Dit veranderde in de jaren 1870, toen meer specifieke rasspecificaties werden gebruikt om het ras dat we vandaag kennen te karakteriseren. De Cocker Spaniel werd gefokt als vogelhond in Engeland en is nu de kleinste van de Sporting Breed-groep. De Engelse Cocker Spaniel en de Amerikaanse Cocker Spaniel zijn nauw verwant en lijken qua uiterlijk erg op elkaar, en hoewel beide rassen erkend zijn door de Amerikaanse Kennel Club, erkenden zij hen officieel als aparte rassen in 1946. De Cocker Spaniel werd erkend door de Amerikaanse Kennel Club in 1878 en is vandaag de dag nog steeds een zeer populair hondenras, zowel in de showring als in de showroom. | ||
 |
||
| Standaard van de Amerikaanse Cocker Spaniel | ||
Een beetje van de Poedel |
||
| De Poedel is verkrijgbaar in standaard, miniature en toy versies. Hij komt oorspronkelijk uit Duitsland en werd een apart ras in Frankrijk. Hoewel het moeilijk te geloven lijkt als je naar het koninklijke ras kijkt, werd hij gefokt voor de jacht, in het bijzonder het apporteren van water, waarbij zelfs de vacht werd verzorgd zodat hij zich gemakkelijker in het water kon bewegen zonder te worden belast en te blijven haken aan obstakels onder water. Dit ras is vandaag de dag nog steeds een van de populairste, omdat het hypoallergeen is en weinig verhaart, waardoor het een geweldige familievriend is. Het Poedelras werd in 1887 erkend door de Amerikaanse Kennel Club. | ||
 |
||
| Standaard van de Poedel |
Uiterlijk van de Petite Labradoodle |
| De Petite Labradoodle, een kruising van Labrador Retriever, Amerikaanse Cocker Spaniel en Poedel, kan elke combinatie van uiterlijke kenmerken van de ouderrassen erven. Hij wordt beschreven als 30,5 tot 38 centimeter groot en weegt 7 tot 14 kilo. Hij heeft een ronde kop met flaporen die over zijn wangen hangen, diepe, heldere ovale ogen en een zwarte neus op een middelgrote snuit. Hun vacht kan krullend zijn, middelmatig dik en zijdeachtig aanvoelen, of het kan wolliger en grover zijn, afhankelijk van welke rasouder de vachtbiomix domineert. De wollige of pluizige vacht is voordeliger omdat hij hypoallergener is en minder verhaart. De meest voorkomende kleuren zijn zwart, bruin en goudkleurig. |
Temperament van de Petite Labradoodle |
| Je Petite Labradoodle is een hybride mix van Labrador Retriever, Amerikaanse Cocker Spaniel en Poedel. Als zodanig kan hij elke combinatie van persoonlijkheids- en temperamentkenmerken van de ouderrassen erven. Eigenaars en fokkers van de Petite Labradoodle omschrijven dit leuke bundeltje als zeer aanhankelijk en zachtaardig, maar ook als actief, speels, trouw, zelfverzekerd, nooit agressief, gevoelig, intelligent, levendig en makkelijk te trainen. Het is deze combinatie van persoonlijkheidskenmerken die hem in staat stelt om uitzonderlijk goed te presteren als hulphond. Net als de meeste andere hondenrassen zal socialisatie op jonge leeftijd ervoor zorgen dat hij het goed kan vinden met kinderen, hoewel enig toezicht wordt aangeraden als hij met kleinere kinderen speelt. Bovendien helpt deze vroege socialisatie hem om te gaan met andere dieren en zelfs met de kat van het gezin. Hij is een goede waakhond en kan op zijn hoede zijn voor vreemden totdat hij ervan overtuigd is dat de vreemdeling geen bedreiging of gevaar vormt voor de menselijke leden van zijn gezin. Hij is intelligent en staat te popelen om het hem naar de zin te maken, waardoor hij vrij gemakkelijk te trainen is met positieve trainingsmethoden. |
Behoeften en activiteiten van de Petite Labradoodle |
| Je Petite Labradoodle hybride is een actief hondje. Hij zal dol zijn op lange wandelingen en jogs met extra speeltijd in het hondenpark of de omheinde achtertuin. Andere favoriete activiteiten zijn interactieve apporteer-, frisbee- en flyballspelletjes naast gehoorzaamheids- en behendigheidstraining en -oefeningen. Hij heeft een hoog jachtinstinct, dus het is sterk aan te raden om hem aangelijnd te houden als je buiten het huis of een andere afgesloten ruimte wandelt of speelt met dit leuke gezinslid, tenzij het deel uitmaakt van de geplande bewegingsroutine. terwijl je hem door de buurt achtervolgt, achter dat interessante diertje of die geur aan waarheen het je ook leidt. Het is een kleinere hond, dus hij is perfect om in een flat of appartement te wonen, zolang er maar dagelijks aan zijn bewegingsbehoefte wordt voldaan. Hij kan ook leven in een gezinswoning met of zonder omheinde tuin in een stedelijke of landelijke omgeving. Hij is het meest geschikt voor gematigde klimaten, maar kan in warmere of koudere klimaten leven als hij voldoende wordt beschermd tegen extreme temperaturen. |
Onderhoud van de Petite Labradoodle |
| Je Petite Labradoodle hybride familielid valt onder de categorie matig onderhoud. Dit betekent dat hij dagelijks geborsteld moet worden om losse haren, vuil, klitten en matten uit zijn weelderige krullende of golvende vacht te verwijderen en alleen geborsteld moet worden als dat nodig is om de essentiële oliën te behouden die nodig zijn voor zijn mooie vacht. Hij kan een minimale uitscheider zijn met een periodieke toename in verharing en, als hij de meeste vachtkenmerken erft van de Poedelouder, zal hij meer hypoallergeen zijn. Maar dit kan natuurlijk variëren, afhankelijk van welke ouder van het ras de meeste invloed heeft op de bio-mix van de vacht. Zijn oren moeten wekelijks worden gecontroleerd en indien nodig worden schoongemaakt met watten en een goedgekeurde oplossing om de oren van honden te wassen. Terwijl je zijn oren controleert, kijk dan ook elke week naar zijn nagels en knip ze indien nodig, tenzij ze versleten zijn door zijn dagelijkse fysieke activiteiten. Tandenpoetsen wordt aanbevolen voor bijna alle hoektandrassen, minstens twee tot drie keer per week, om de ontwikkeling van tandvleesaandoeningen en het daarmee gepaard gaande tandverlies te voorkomen. Hij valt in de lagere categorie voor geur en neiging tot kwijlen, opnieuw afhankelijk van de biologische mix van de ouders van het ras. Hij is een actieve kleine bundel, dus dagelijkse beweging is noodzakelijk om hem gezond, gelukkig en fit te houden. |
Nederlands (nl-NL)