Kortoorstruikhond |
||
Hij is een wild dier |
Land van oorsprong |
Brazilië, Peru, Ecuador, Colombia | |
Vertaling |
Francis Vandersteen | |
Dit ras staat ook wel bekend als |
Zorro de orejas cortas
|
Het bezit van dit dier is niet toegestaan Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die wel gehouden mogen worden (M.B. 24.08.2009) |
Het geslacht Atelocynus omvat slechts één soort: Atelocynus microtis, de kortoorboshond of kleinoorvos - Atelocynus microtis1. Er is vrijwel niets bekend over deze vos, die leeft in de immense tropische wouden van het Amazonegebied in Brazilië, Peru, Ecuador en Colombia. Wat wel bekend is, is dat hij 's nachts leeft en zich voedt met insecten, kleine zoogdieren, vissen, kikkers, slangen en wild fruit. Een studie uitgevoerd in het Cocha Cashu biologisch station (Peru) toonde de verhoudingen van elk type voedsel in het dieet van deze hondachtige. De resultaten waren: vis 28%, insecten 17%, kleine zoogdieren 13%, fruit 10%, vogels 10%, krabben 10%, amfibieën 4%, reptielen 3%. De hoektanden steken uit als de bek gesloten is. Zijn vacht is kort en stijf, en bruin of zwartachtig, overgaand in een doffe roodbruine kleur aan de onderkant. Hij heeft ook een donkere streep over de bovenkant van de rug en de staart, en een lichtgekleurd gebied aan de onderkant van de staartbasis. Hij is 72 tot 100 cm lang en zijn staart meet 25 tot 35 cm. Hij weegt tussen de 9 en 10 kilogram. Deze soort heeft bepaalde gedragskenmerken die uniek zijn voor andere hondachtigen. Vrouwtjes zijn 1/3 groter dan mannetjes. Wanneer ze seksueel opgewonden zijn, produceren de mannetjes afscheidingen uit een klier aan de basis van hun staart. Dit dier leeft solitair in gebieden met dichte bossen en vermijdt contact met mensen in zijn natuurlijke omgeving. Levensverwachting en draagtijd zijn onbekend, maar wetenschappers geloven dat geslachtsrijpheid wordt bereikt op de leeftijd van één jaar. |