Mongoolse wolf |
||
Hij is een wild dier |
Land van oorsprong |
Mongolië | |
Vertaling |
Francis Vandersteen |
Het bezit van dit dier is niet toegestaan Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die wel gehouden mogen worden (M.B. 24.08.2009) |
De Mongoolse wolf (Canis lupus chanco) is een ondersoort van de grijze wolf, inheems in Mongolië, Noord- en Centraal-China, Korea en de regio Ussuri in Rusland. De Mongoolse wolf is een vleesetend dier. Als hij in een roedel is, kan hij zeer grote prooien aanvallen, zoals gazellen, elapherten of schapen, maar over het algemeen valt hij alleen zwakke, zieke of gewonde individuen aan. Hij is ook blij met kleine prooien zoals eekhoorns, piká's of marmotten. Het verspreidingsgebied van de Mongoolse wolf omvat Mongolië1, Noord- en Centraal-China, Korea en de regio Ussuri in Rusland, van waaruit ze recentelijk Noord-China hebben gekoloniseerd als gevolg van menselijke vestiging en de terugtrekking van hun tijgerconcurrenten. Hun verspreidingsgebied wordt in het oosten begrensd door het Altai/Tien Shan gebergte, waarachter Mongoolse wolven voorkomen, en in het zuiden door het Tibetaanse plateau, en in het zuiden van China door een andere wolvensoort. In Mongolië wordt de wolf beschouwd als een dierlijke geest, terwijl de hond wordt beschouwd als een familielid. Mongolen zijn niet bang voor de wolf en begrijpen dat hij bang is voor de mens. Hij wordt ook wel de schapenmoordenaar genoemd. Volgens de legende was de eerste vader van de Mongoolse herders een wolf, waar ze allemaal van afstammen, en toch moeten ze wolven doden om hun schaapskudden te beschermen. Sommige Mongoolse herders geven toe dat de wolf alleen zwakke dieren doodt en zo de gezondheid van hun kuddes beschermt. In de tradities van de nomadische Mongolen noemen ze de wolf de schapendokter. De vacht is tawny, langer op de rug, stug, met een mengeling van zwarte en grijze haren, de keel, borst, buik en binnenkant van de poten zijn zuiver wit, de kop is bleek grijsbruin, het voorhoofd grijzend met korte zwarte en grijze haren. De schedel lijkt erg op die van de Europese wolf (C. lupus) en heeft hetzelfde gebit. Het dier lijkt sterk op de gewone wolf, maar heeft kortere poten en kort vaalbruine haren op de oren, flanken en buitenkant van de ledematen. De lengte van kop en lichaam is 110 cm, de staart 38 cm. |