Newfoundlandwolf |
||
Hij is een wild dier |
Land van oorsprong |
Canada | |
Vertaling |
Francis Vandersteen |
Het bezit van dit dier is niet toegestaan Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die wel gehouden mogen worden (M.B. 24.08.2009) |
De ondersoort van de Newfoundlandwolf werd pas officieel beschreven in 1937 door de zoölogen G.M. Allen en Thomas Barbour, nadat hij al met uitsterven was bedreigd. Zijn wetenschappelijke naam, Canis lupus beothucus, komt van de Beothuck, de inheemse Newfoundlanders die in 1829 officieel uitgestorven werden verklaard. De Newfoundlandwolf leefde op het eiland Newfoundland voor de oostkust van Canada. Recent bewijs suggereert dat de eerste wolven die het eiland bewoonden er al voor de laatste ijstijd waren en de ijstijd overleefden in schuilplaatsen ten zuiden van de ijskap. De Newfoundlandwolf was een middelgrote tot grote wolf, die tot 1,67 m lang werd (van neus tot staart) en tot 45 kg woog. Hij zou wit zijn, met een zwarte streep over zijn ruggengraat. Kariboe was het hoofdvoedsel van de Newfoundlandwolf. Hij at ook bevers, woelmuizen en andere knaagdieren. Hoewel er op de Newfoundlandwolf werd gejaagd, vallen werden gezet en roofdieren krachtig werden bestreden, wordt hij voornamelijk met uitsterven bedreigd door een plotseling voedseltekort aan het begin van de 20e eeuw, toen de populatie kariboes op Newfoundland daalde van 120.000 tot 5.000 à 6.000 exemplaren. De laatste wilde wolf op het eiland werd in 1911 doodgeschoten. Maar pas in 1930 werd hij officieel uitgestorven verklaard. |