Lancashire-Heeler |
||
FCI standaard Nº 360 |
||
Land van oorsprong |
England, patronage : FCI | |
Vertaling |
Francis Vandersteen | |
Groep |
Rasgroep 1 : Herdershonden en Veedrijvers (behalve Zwitserse Sennenhonden) | |
Sectie |
Sectie 1 : Herdershonden | |
Werkproef |
Zonder werkproef | |
Voorlopige erkenning door de FCI |
zondag 01 mei 2016 | |
Publicatie van de geldende officiële norm |
maandag 04 april 2016 | |
Laatste update |
maandag 30 mei 2016 | |
En français, cette race se dit |
Lancashire-Heeler | |
In English, this breed is said |
Lancashire-Heeler | |
Auf Deutsch, heißt diese Rasse |
Lancashire-Heeler | |
En español, esta raza se dice |
Lancashire-Heeler |
Gebruik |
Hoeden en metgezel hond. |
Kort historisch overzicht |
De oorsprong van de Lancashire Heeler niet duidelijk zijn omschreven, maar het is wel gesuggereerd dat bij runderen uit Wales werden gedreven door Corgis voor de slacht in de Ormskirk gebied, de 'Welsh heeler' ontmoet de Manchester Terrier, met voor de hand liggende resultaten. Zeker, is het ras te vinden in dat gebied en is er gefokt voor vele generaties. De Heeler is een intelligent, enthousiast-to-please kerel, met een liefde van de mensen. Het ras is trainbaar, maar doet het het beste onder een stevige, vriendelijke eigenaar. Hij is in het bezit van een wonderbaarlijke hoeveelheid energie in zijn kleine frame. |
Algemeen totaalbeeld |
Klein, krachtig, stevig gebouwd, alert en energiek werker. |
Belangrijke verhoudingen |
Lichaam ongeveer 2,5 cm langer dan de schofthoogte (gemeten vanaf de schoft op van de staart te stellen). |
Gedrag en karakter (aard) |
Werkt vee maar heeft terriër instincten toen rabbiting en verraden. Moedig, gelukkig en aanhankelijk aan de eigenaar. |
Hoofd |
||
Bovenschedel |
||
Hoofd |
In verhouding tot het lichaam. | |
Schedel |
Schedel en de snuit om op evenwijdige vlakken. Schedel vlak en breed tussen de oren, toelopend naar de ogen die ver uit elkaar liggen. |
|
Stop |
Matig, op gelijke afstand tussen de neus en de achterhoofdsknobbel. |
Facial region |
||
Neus |
Zwart of bruin, in overeenstemming met de vachtkleur. | |
Voorsnuit |
Toelopend naar de neus. | |
Lippen |
Firm. | |
Kiezen / tanden |
Schaargebit - kaken sterk met een perfect, regelmatig en compleet schaargebit, dwz boventanden overlappen onderste tanden en setsquare op de kaken. Onder of overbeet te worden ontmoedigd. | |
Ogen |
Amandelvormig, middelgroot, donker van kleur, behalve in de lever bruin waar ze lichter kan zijn om vachtkleur te passen. | |
Oren |
Resultaat alert lift, of rechtop. Drop oren toont geen lift ongewenst. |
Hals |
Gemiddelde lengte, goed geplaatst in de schouders. |
Lichaam |
||
Bovenlijn |
Stevige en vlakke, nooit dompelen in de schoft of vallen op het kruis. | |
Lendenpartij |
Kort. | |
Borst |
Goed gewelfde ribben, die zich uitstrekt goed terug met nauwe koppeling. |
Staart |
Hoog aangezet, links natuurlijk. Overgedragen opnieuw in een lichte bocht bij aandacht, maar niet een volledige ring wordt gevormd. |
Ledematen |
Voorhand |
||
Schouders |
Goed ingedeeld. | |
Ellebogen |
Firm tegen ribben. | |
Onderarm |
Ruimschoots uitgebeend. | |
Voormiddenvoet |
Koten laten voeten iets naar buiten draaien, maar niet genoeg om zwakte veroorzaken of invloed op de vrijheid van beweging. | |
Voorvoeten |
Kleine, stevige en goed gevuld. |
Achterhand |
||
Algemeen |
Gespierd. Van achter moeten parallel zijn, bij het verplaatsen of staan. | |
Knie |
Goed bleek. | |
Achtermiddenvoet |
Nooit bandy of koehakkig. | |
Spronggewricht |
Goed in de steek gelaten. | |
Achtervoeten |
Kleine, stevige en goed gevuld. |
Gangwerk |
Smart en vlotte. Natuurlijk, het vrije verkeer. |
Coat |
||
Haarkwaliteit |
Fijne ondervacht wordt overal onder weerbestendige, korte, dikke, harde, vlakke topcoat. Topcoat is iets langer op de nek. Undercoat mag niet laten zien door topcoat noch toestaan ??nog langer haar bij de haren af te staan. Lang, of overdreven golvend vacht is hoogst ongewenst. | |
Haarkleur |
Black and tan of lever bruin en tan met pigment te zwakken met de vachtkleur, met rijke bruine vlekken op de wangen en vaak boven de ogen. Rijke tan op de snuit en borst en van de knieën naar beneden, binnen de achterbenen en onder de staart. Een duidelijk zwart of lever mark (duim mark), volgens kleur van de vacht, direct boven de voorvoeten is gewenst. Rijkdom van tan kan vervagen met de leeftijd. White te worden ontmoedigd. Een kleine witte vlek op de voorborst -hoewel toelaatbaar is ongewenst. |
Maat en gewicht |
||
Schouderhoogte |
Ideaal: reuen 30 cm, teven 25 cm. |
Defecten |
• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten. • De vermelde fouten moeten in ernst zijn. |
Defecten die leiden tot uitsluiting |
Agressief of schuw honden. |
NB : |
• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd. • De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende. • Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald. • Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij. |
Bibliografie |
https://www.fci.be/ |