![]() |
Maltezer |
|
FCI standaard Nº 65 |
||
Land van oorsprong |
Centraal Middellandse Zee gebied, beschermheerschap Italië | |
Groep |
Groep 9 Companion en Toy honden | |
Sectie |
Sectie 1 Bichons en verwante rassen | |
Werkproef |
Zonder werkproef | |
Definitieve erkenning door de FCI |
woensdag 13 april 1955 | |
Publicatie van de geldende officiële norm |
vrijdag 13 november 2015 | |
Laatste update |
donderdag 17 december 2015 | |
En français, cette race se dit |
![]() |
Bichon maltais |
In English, this breed is said |
![]() |
Maltese |
Auf Deutsch, heißt diese Rasse |
![]() |
Malteser |
En español, esta raza se dice |
![]() |
Bichón Maltés |
Gebruik |
Gezelschapsdier en speelkameraad. |
Kort historisch overzicht |
Zijn naam betekent niet dat hij oorspronkelijk van het eiland Malta komt, omdat het bijvoeglijk naamwoord "Maltese" komt van het Semitische woord "malat", wat betekent; schuilplaats of haven. Deze Semitische oorsprong komt weer terug in een hele serie namen van kustplaatsen. Dat is in de naam van het Adriatische eiland Meleda, de Sciciliaanse stad Melita en ook in die van het eiland Malta. De voorouders van deze kleine hond leefden in havens en kustplaatsen van het Centrale Middellandse zee gebied, waar zij op muizen en ratten jaagden, welke zij vonden in de overvloedige pakhuizen en in de scheepsruimten. In zijn lijst van honden, die bestond ten tijde van "Aristoteles" (384-322 voor Chr.), maakt hij melding van een ras van kleine honden, aan welke hij de naam "Canes Melitenses" verbindt. De hond was bekend in het oude Rome: het favoriete gezelschapsdier van de matrones, werd geprezen door "Straton", de Latijnse dichter van de eerste eeuw na Christus. Afbeeldingen van de Maltezer door talrijke Renaissance schilders, tonen in die periode, deze kleine hond in de salons van die tijd aan de zijde van mooie dames. |
Algemeen totaalbeeld |
Van klein formaat, nogal lang van lichaam. Bedekt door een zeer lange witte vacht, zeer elegant met een trotse en gedistingeerde houding van het hoofd. |
Belangrijke verhoudingen |
De lengte van het lichaam overschrijdt met ongeveer 38% de schofthoogte. De lengte van het hoofd is gelijk aan 6/11 van de schofthoogte. |
Gedrag en karakter (aard) |
Levendig, aanhankelijk, zeer volgzaam en zeer intelligent. |
Hoofd |
||
Bovenschedel |
||
Hoofd |
Zijn lengte is gelijk aan 6/11 van de schofthoogte. Het is tamelijk breed en overschrijdt enigszins de helft van de lengte. | |
Schedel |
De schedel is enigszins langer dan de snuit; de jukbeen breedte is gelijk aan de lengte en als gevolg hiervan groter dan de helft van de lengte van het hoofd. In de lengteas richting, is die zeer licht eivormig. De bovenkant van de schedel is vlak, met een zeer licht ontwikkelde achterhoofdskruin. De uitpuiling van de voorhoofd been en de bovenste oogkas randen zijn goed ontwikkeld; de voorhoofdsgroef is zo summier, dat die onzichtbaar is; de zijkant van het wandbeen (pariëtaal) is ietwat rond. | |
Stop |
De overgang van voorhoofd naar snuit is sterk aangegeven en maakt een hoek van 90º. |
Facial region |
||
Neus |
In het verlengde van de neusrug, van opzij gezien, is de voorkant verticaal. Omvangrijk met open neusgaten, die gerond en absoluut zwart zijn. | |
Voorsnuit |
De lengte van de snuit is gelijk aan 4/11 van de lengte van het hoofd; het is daarom enigszins minder dan zijn helft. De onderkant is goed gevormd (fijn besneden). Zijn diepte is een goede 20% minder dan zijn lengte. De zijkanten van de snuit zijn parallel, maar vanaf de voorzijde gezien, moet de voorsnuit niet vierkant tonen. Aangezien zijn aangezicht naar de snuit zijkanten toe bij elkaar komen door buiging. De voorsnuit is rechtlijnig met een goed opvallende groef in het midden. | |
Lippen |
Van voren gezien, hebben de bovenlippen waar ze samen komen, de vorm van een zeer open boog. Ze zijn weinig ontwikkeld in diepte en de lijn waar de lippen op elkaar komen is niet zichtbaar. De bovenlippen passen perfect op de onderlippen, op zo'n een manier dat het onderste profiel van de voorsnuit begrenst wordt door de onderkaak. De randen van de lippen moeten absoluut zwart zijn. | |
Kiezen / tanden |
Normaal ontwikkelt, fijn gevormd, en perfect passend/sluitend. De onderkaak met zijn zijkanten zijn recht, welke geen van beide vooruit steken of terug wijken in zijn voorste gedeelten. De tandbogen zijn volmaakt sluitend, en de snijtanden staan duidelijk scharend. Tanden zijn wit; het gebit is goed ontwikkeld en compleet. | |
Ogen |
Open, met levendige en oplettende expressie, groter dan je zou verwachten, de vorm neigt rond te zijn. De oogleden sluiten nauw aan op de oogbol, welke nooit diep liggen, veeleer gelijk met het hoofd. Net ietsje puilend. De ogen zijn bijna op het zelfde niveau als het voorhoofd geplaatst. Van voren gezien, mogen zij geen sclera ( het wit van de ogen) laten zien; zij zijn van een donker okerkleur; de oogranden zijn zwart. | |
Oren |
Van een bijna driehoekige vorm, hun breedte is ongeveer 1/3 van hun lengte. Ze zijn hoog boven de jukbeenbogen aangezet, een klein beetje opstaand, en dicht tegen de zijkant van de schedel hangend. |
Hals |
Alhoewel bedekt met een overvloedige vacht, is de grens van de nek opvallend. Het boven profiel is gebogen. Zijn lengte is ongeveer de helft van de schofthoogte. De hals wordt rechtop gedragen en laat geen losse huid zien. |
Lichaam |
||
Algemeenheid |
De lengte van de punt van de schouder tot de punt van het zitbeen is 38% meer dan de schofthoogte. | |
Bovenlijn |
Recht tot de staartaanzet. | |
Schoft |
Enigszins boven de bovenbelijning rijzend. | |
Rug |
Zijn lengte is ongeveer 65% van de schofthoogte. | |
Croupe |
In het verlengde van de lende en de ruglijn, het kruis is zeer breed en lang en zijn helling is 10º lager dan de horizontale lijn. | |
Borst |
Ruim; lager zakkend dan de hoogte van de ellebogen. De borstdiepte komt iets onder de ellebogen. Met niet te ronde ribben. De omvang van de borstkas is 2/3 meer dan de schofthoogte. Het borstbeengedeelte is zeer lang. |
Staart |
De aanzet is gelijk met het croup, dik bij de staartwortel en fijn aan het uiteinde. De lengte komt ongeveer overeen met 60% van de schofthoogte. De staart vormt een enkele grote boog, waarbij de punt tussen de lenden valt en de croup raakt. Een staart die naar één zijkant van het lichaam gebogen is, is toegestaan. |
Ledematen |
Voorhand |
||
Algemeen |
In het geheel zijn zij dicht tegen het lichaam, de benen staan recht en gelijk/parallel. | |
Schouders |
Zijn lengte vertegenwoordigd 1/3 van de schofthoogte en zijn schuinte beneden het horizontale vlak is 60º tot 65º in relatie tot het middenvlak van het lichaam en is bijna verticaal. | |
Opperarm |
Langer dan de schouder, en meet 40 tot 45% van de schofthoogte, de schuinte onder de horizontale lijn is 70°. 2/3 van zijn lengte is boven goed tegen het lichaam aangesloten, en zijn lengterichting is bijna parallel tot het middenvlak van het lichaam. | |
Ellebogen |
Parallel naar het middenvlak van het lichaam. | |
Onderarm |
Droog met een paar zichtbare spieren, maar met een tamelijk fors bot structuur in verhouding tot de grote van het ras. | |
Voorvoetwortelgewricht |
In een verticale lijn met het voorbeen, bewegelijk; mag niet te knobbelig/benig zijn, bedekt met een fijne huid. | |
Voormiddenvoet |
Heeft dezelfde kenmerken als de handwortel en omdat zijn lengte kort is, is het verticaal. | |
Voorvoeten |
Rond, tenen gesloten en gebogen. De middelste grote en kleine voetkussens moeten zwart zijn, de nagels zouden ook zwart moeten zijn of in ieder geval van een donkere kleur. |
Achterhand |
||
Algemeen |
Moet in zijn geheel van een stevige beenstructuur zijn, parallel van achter gezien, verticaal vanaf zitbeen tot de grond. | |
Dijbeen |
Zwaar gespierd, de achterkant is rond/bol. Loopt parallel naar het middenvlak van het lichaam, zijn neergaande en de voorwaartse richting is enigszins schuin in relatie tot het verticale. Zijn lengte is bijna 40% van de schofthoogte en zijn breedte is een klein beetje minder dan zijn lengte. | |
Onderbeen |
Met een groef tussen de pees en het bot die nauwelijks merkbaar is. Zijn schuinte beneden het horizontale vlak is 55º. Het is enigszins langer dan de dij. | |
Achtermiddenvoet |
De afstand vanaf de grond tot het punt van de hiel is enigszins meer dan 1/3 van de schofthoogte. Zijn lengte correspondeert tot aan de hoogte van de hiel. Het is volkomen rechtopstaand. | |
Spronggewricht |
De voorwaartse hoeking van de hiel is 140º. | |
Achtervoeten |
Net zo rond als de voorvoet, met dezelfde kenmerken. |
Gangwerk |
Gelijkmatig de grond afschuimend, vrij, met korte en zeer snelle stapjes in draf. |
Huid |
De huid zit echt dicht om alle lichaamsdelen, gepigmenteerd met donkere vlekjes en vlekjes van een rode wijnkleur, speciaal op de rug. De randen van de oogleden, derde ooglid en lippen zijn zwart. |
Coat |
||
Haarkwaliteit |
Dicht, glimmend, glanzend zwaar vallend en van een zijdeachtige structuur. Zeer lang over het gehele lichaam en recht over zijn gehele lengte zonder sporen van golven of krullen. Op de romp zou het langer moeten zijn dan de schofthoogte en zwaar terug vallend naar de grond, als een cape die dicht aan de romp zit. Zonder openingen in de vorm van bosjes of vlokken en pluis. Bosjes of vlokken en pluis zijn acceptabel aan de voorhand, van de elleboog tot de voet, en aan de achterhand van de knie tot de voet. Er is geen ondervacht. Op het hoofd is de vacht zeer lang, net zo als op de voorsnuit/voorgezicht waar het zich vermengt met de baard, ook op de schedel waar het valt en zich uiteindelijk vermengd met de beharing die de oren bedekken. Aan de staart, valt het haar terug naar één kant van het lichaam, dat wil zeggen dat het op de flank en op de dij, van zo’n lengte is dat het tot de hak reikt. | |
Haarkleur |
Puur wit; en een bleke-ivoor tint is toegestaan. Aftekeningen/sporen van licht of bleek oranje schaduw/schakeringen worden getolereerd, maar zijn niet wenselijk en vormen een onvolmaaktheid. |
Maat en gewicht |
||
Schouderhoogte |
Reuen van 21 tot 25 cm, teven van 20 tot 23 cm. | |
Gewicht |
3 tot 4 kg. |
Defecten |
• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten. • De vermelde fouten moeten in ernst zijn. |
General defecten |
![]() ![]() |
Zware defecten |
![]() ![]() ![]() |
Defecten die leiden tot uitsluiting |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
NB : |
• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd. • De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende. • Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald. • Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij. |
Bibliografie |
https://www.fci.be/ |
Gedetailleerde geschiedenis |
De Frisé en Maltese Bichons, beter bekend dan hun tegenhangers, de Bolognese en Havanezer, bestaan al lang in het Middellandse Zeebekken. Hun geraffineerde uiterlijk, dat in de loop van de eeuwen weinig is veranderd, te oordelen naar enkele van de kunstwerken die we de afgelopen jaren hebben ontdekt en waarop ze zijn afgebeeld, kan ons niettemin doen vergeten dat het is vanwege de dynamiek die ze altijd hebben getoond dat deze kleine dieren, en meer in het bijzonder de Maltezer, gewaardeerd werden door vroegere beschavingen. De Maltese Bichon is de oudste van de familie Bichon. De beeldjes die werden ontdekt in het graf van Farao Ramses II laten bovendien zien dat zijn voorouders al in de veertiende eeuw voor Christus erg populair waren in Egypte. Een paar eeuwen later, precies in de vierde eeuw voor Christus, zijn sporen van deze dieren gevonden in het Griekse en Romeinse Italië van Aristoteles. In de 1e eeuw voor Christus, die de kooplieden langs de zijderoute vergezelde, werden de Maltese Bichons vervolgens in Azië geïntroduceerd. De vele cynologen die afleiden dat de race een bloedtoevoer van Tibetaanse honden zou hebben gekregen, hoeven niet per se fout te zijn. Als dit proefschrift niet wetenschappelijk kan worden bewezen, moet worden toegegeven dat deze twee soorten honden elkaar ooit hebben ontmoet. De Griekse geograaf Strabo (rond 58 voor Christus - tussen 21 en 25 na Christus) was geïnteresseerd in de Maltese Bichon. Maar zijn beschrijving van deze kleine hond, die hij Canis meletensis noemde, verduidelijkt op geen enkele manier de huidige twijfel over de oorsprong van het ras. Het is waarschijnlijk dat meletensis voor de eminente geograaf alleen zou kunnen corresponderen met de Siciliaanse stad Melenta; aangezien Melenta ook de oude naam van het eiland Malta is, is verwarring voor veel liefhebbers van het ras onvermijdelijk. Of de wieg van de Maltese Bichons al dan niet dit mediterrane eiland is, doet er eigenlijk niet toe. Aan de andere kant, wat interessant is om te weten is dat op het moment van Strabo Malta de bevoorrechte halte was geworden voor zeelieden en handelaren die naar Azië vertrokken en dat ze daarom onderdak hadden kunnen bieden veel Maltese Bichons, en misschien zelfs kweken. Dichter bij huis verschijnt de Maltese Bichon in het 15e-eeuwse Europa. Net als zijn voorouders op Grieks en Egyptisch aardewerk, verschijnt hij op wandtapijten en schilderijen uit de late Middeleeuwen en de Renaissance. Hij is aanwezig in Italië, zijn geadopteerde land, in Frankrijk; op het tapijt van De Dame met de eenhoorn bewaard in het museum van Cluny in Parijs; en het wordt gevonden onder het penseel van Vlaamse, Duitse, Nederlandse en Spaanse schilders zoals Memling, Dürer, Bruegel, Van de Venne en Goya. Verwend door Queen Mary Stuart, die een paar onderwerpen uit Lyon had geïmporteerd, hadden de Bichons-Maltese de Engelse bodem al vanaf 1520 betreden, waar ze al snel een beetje ongebruikelijk zouden worden. Voor de Engelsen genas de jurk van de Maltese Bichon inderdaad reuma. En deze legende schijnt vandaag te zijn voortgezet, aangezien het niet ongewoon is om handschoenen en sjaals te vinden in Maltese Bichon-pels over het Kanaal. Al bijna een eeuw lang streven fokkers ernaar het ras te promoten. En zelfs als het niet erg productief is, zijn er tegenwoordig boerderijen over de hele wereld. De Bichon Frise (of krulhaar), ook wel Teneriffe genoemd, en ook erg populair, veroorzaakt veel controverse. Volgens sommige cynologen vinden we in geschriften van de tweede eeuw voor het christelijke tijdperk toespelingen op de voorouders van de Bichons met harig haar, waaruit blijkt dat deze honden al wijdverspreid waren in de mediterrane landen, en meer in het bijzonder in Italië. Voor anderen, de Bichon met krullend haar dateert alleen uit de vijftiende eeuw en zou komen van het kruis tussen een Maltese Bichon en een poedel. Het lijkt bovendien dat deze laatste hypothese wetenschappelijk onderbouwd is. Geïntroduceerd in Frankrijk tijdens het bewind van François 1e, deze hond werd snel gewaardeerd door de Europese rechtbanken. De Spaanse heersers bezaten Bichons met krullend haar, dat gewend was te paraderen in de koninklijke salons, in gezelschap van andere luxe honden, zoals de Maltese of de Dwergspaniels. We kennen de passie van de koning van Frankrijk Henry III voor deze honden. Terwijl hij nog steeds in de mode was onder Napoleon III en de Belle Epoque leed de Bichon-harige vreselijk onder de Eerste Wereldoorlog: zijn fokken was bijna verdwenen. Het was pas aan het einde van de laatste oorlog dat de cynologen opnieuw belangstelling voor hem hadden. Maar ondertussen, na sterk gedemocratiseerd te zijn geworden, was hij het huisdier geworden van de acrobaten, orgelspelers van Barbary, en leidde hij zelfs de blinden. De naam van Teneriffe betekent, in tegenstelling tot wat men logisch zou denken, niet dat het "krullende haar" afkomstig is van de archipel van de Canarische Eilanden. Als het wijdverspreid genoeg is op het Spaanse eiland, is het de eerste keer, wat betreft de Maltezer trouwens, omdat allerlei zeelieden en kooplieden hier vaak stopten. Cynologen hebben een andere, meer mercantiele hypothese aangevoerd, volgens welke de eerste fokkers van het ras de naam "Teneriffe" zouden hebben gekozen voor puur commerciële doeleinden, waarbij een zeer specifiek cliënteel wordt aangetrokken door exotisch klinkende namen. In ieder geval, toen het werd erkend, kreeg de race officieel de Frans-Belgische nationaliteit. En het is een Belgische fokker die koos voor de naam "Bichon Frise". Minder verfijnd dan zijn neef Maltais, wordt de Bichon Frise nu gemakkelijker verwelkomd door families. Omdat het hetzelfde vertederende karakter heeft, is het ook de vreugde van jong en oud. Eigenaren van Maltese Bichons of Bichon Frise hebben bewust gekozen voor een plezierhond. Ze moeten daarom de blijvende aanwezigheid van deze kleine gevoelige dieren accepteren, die niets hebben van de honden die een hele week zonder gezelschap kunnen worden achtergelaten, met alleen een toevlucht voor het weer een nis in een tuin. Evenzo is het niet eenvoudig om een Bichon aan een kennis te geven, wat het ook is, tijdens de vakantie. Zeer gehecht aan zijn meesters, is deze hond ongelukkig wanneer hij zich verlaten voelt, zelfs voor een korte tijd. Briljant en elegant, de Maltese Bichon is zeer aangenaam van aard. Hij is ook vaak de bevoorrechte metgezel van de ouderen, omdat hij zijn genegenheid bijna onbeperkt aan zijn meester of zijn meesteres wijdt en snel onvervangbaar wordt. Zijn kleine formaat maakt het ook gemakkelijk om te vervoeren. De Maltese Bichon past zich ook heel goed, en met onverholen plezier, aan meer hectische situaties. Het deelt zonder beperking kinderspellen of familiewandelingen. Een voormalige eigenaar van de rasvereniging zei zelfs dat zijn Maltezen mijlen in zijn gezelschap konden lopen, altijd met hetzelfde enthousiasme. Deze honden zijn niet alleen platte honden: ze werken graag buiten, zolang ze een volledig en gevarieerd leven krijgen. In het huis voelt de Maltese Bichon zich alleen goed in het bijzijn van familieleden. Het wordt daarom aanbevolen om het niet alleen in een kamer te laten. Liggend in een mandje, comfortabel zittend op een leunstoel, zal hij rustig dommelen als hij weet dat zijn kleine wereld leeft en evolueert aan zijn zijde. Er wordt wel eens gezegd dat de Maltezer weet hoe hij ook een goede voogd moet zijn. Laten we niet overdrijven: hij kondigt met een hoge stem de komst van een vreemdeling aan, zelfs die van een vriend van zijn meester, maar zijn rol stopt daar. Zijn bescheiden formaat voorkomt dat hij andere functies opneemt. Sommigen zeggen dat de Maltese Bichon geen sympathie heeft voor katten. Nogmaals, dit is een misvatting. De Maltezer, te vaak verwend, zoals al te vaak het geval is, wordt nogal exclusief en accepteert slecht elke verandering, zoals de komst van een ander dier in het huis; maar allen die opgevoed zijn met andere honden; of met katten; zijn sociaal van aard. Ondanks zijn kleine formaat, is de Bichon Frise vol van vitaliteit. Wanneer hij een gast verwelkomt die hij waardeert, kan hij verbazingwekkende sprongen maken als teken van zijn vreugde. Uitgerust met buitengewone ontspanning, kan hij in de armen van zijn meester springen om te worden gecastreerd, dan zal het, na teder te zijn gestreeld, kalmeren. Heel intelligent, bijna niets vergeten, de Bichon-vacht werd vroeger gebruikt in circussen. Zijn komische uiterlijk, zoals die van alle Bichons, zijn enthousiasme, zijn aanpassingsvermogen maakte hem een van de favorieten van de "geleerde honden van de showmannen". Als sommige Bichons, zoals Maltezers, uitzonderlijk kalm zijn, is dit anders de Bichon-harige. Deze kleine hond zal degenen behagen die op zoek zijn naar een metgezel die altijd in beweging is, uitbundig naast een familielid. Het is duidelijk dat een hond van deze omvang niet dezelfde behoefte heeft aan de herderrassen, en het is niet waarschijnlijk dat hij rampen veroorzaakt in het appartement. In het kort, de Maltese Bichon, zoals de Bichon Frise, past bij dynamische hondenliefhebbers, zelfs speels, maar lief en vol genegenheid voor hun meester. Hun onderhoud vereist veel zorg, maar het kost maar een paar minuten per dag als het niet wordt gedaan voor tentoonstellingen. Vooral vanwege concurrentie van andere rassen, zoals Yorkshire of de verschillende kleine Tibetaanse honden, is het imago van Bichons enigszins verouderd en het is jammer, want deze honden zijn toch huisdieren perfect aangepast aan de beperkingen van het moderne leven. Dit betekent niet dat je voortdurend moet toegeven aan hun charmegetallen. Het zou ze onvermijdelijk grillig maken. |