Schipperke

FCI standaard Nº 83

Land van oorsprong
België
Vertaling
Dr. R. Pollet
Groep
Groep 1 Herders- en veedrijvershonden (uitgezonderd Zwitserse veedrijvershonden)
Sectie
Sectie 1 Herdershonden
Werkproef
Zonder werkproef
Definitieve erkenning door de FCI
woensdag 27 oktober 1954
Publicatie van de geldende officiële norm
dinsdag 28 juli 2009
Laatste update
maandag 14 december 2009
En français, cette race se dit
Schipperke
In English, this breed is said
Schipperke
Auf Deutsch, heißt diese Rasse
Schipperke
En español, esta raza se dice
Schipperke

Gebruik

Kleine waak- en gezelschapshond.

Kort historisch overzicht

In Vlaams dialect betekent Schipperke 'kleine scheper' of 'herdershondje'. De gemeenschappelijke voorvader van de Belgische Herdershonden en van de Schipperkes zou een oud ras zijn, een herdershond, meestal zwart en tamelijk klein, die 'Leuvenaar' wordt genoemd. Zijn oorsprong gaat terug tot de 17de eeuw. Rond 1690 was het Schipperke de lievelingshond van de volksmensen en van de Brusselse schoenlappers van de Sint-Gorikswijk, die wedstrijden organiseerden om de halsbanden in gedreven koper te laten bewonderen waarmede ze hun honden sierden. De staart werd volledig afgesneden, een mode die naar het schijnt reeds dateert uit de 15de eeuw. Het Schipperke was befaamd als jager op muizen, ratten, mollen en ander ongedierte.
Het Schipperke werd voor de eerste maal tentoongesteld in 1882 in de stad Spa. Hij werd in de mode gebracht door de Belgische koningin Maria Henrica.
In 1887 deden de Schipperkes hun intrede in Groot-BrittanniÎ en de Verenigde Staten.
De eerste rasstandaard werd vastgesteld in 1888 door de voor het ras verantwoordelijke club, die in datzelfde jaar werd opgericht en die de oudste Belgische rasvereniging is. In de loop der jaren is het dan wel nodig geweest om zich aan het werk te zetten om eenheid te brengen in het type. In die tijd werd inderdaad gesproken van de variÎteiten of types van Antwerpen, Leuven en Brussel.

Algemeen totaalbeeld

Het Schipperke is een herdershond in klein formaat en is dus lupoïde, maar zeer stevig gebouwd. Zijn hoofd is wigvormig, de schedel tamelijk ontwikkeld en de snuit betrekkelijk kort. Zijn lichaam is harmonisch, kort, tamelijk breed en gedrongen, maar de ledematen zijn fijn van bot. De beharing is zeer karakteristiek, overvloedig en recht, en vormt een halskraag, manen, een borstveer en een broek, wat hem zijn waarlijk uniek silhouet verleent.
Het geslachtsdiformisme (vormverschillen tussen de geslachten) is duidelijk. Zijn lichaamsbouw zonder anomalieÎn, evenals zijn kenmerkende eigenschappen en zijn herdershondenkarakter, dit alles in klein formaat, verklaren zijn grote populariteit die tot ver over de Belgische grenzen reikt.

Belangrijke verhoudingen

** De schofthoogte en de lichaamslengte zijn gelijk, het is dus een vierkant gebouwde hond.
De borst is goed diep, tot ellebooghoogte reikend.
De snuit is duidelijk minder lang dan de helft van de hoofdlengte.

Gedrag en karakter (aard)

Een uitmuntend waakhondje, een uitzonderlijke 'waarschuwer', bruisend van vitaliteit, afzijdig ten opzichte van vreemden.
Beweeglijk, lenig, onvermoeibaar, altijd bezig met wat er rond hem gaande is, klaar om te bijten bij voorwerpen die hem ter bewaking worden toevertrouwd, zeer lief voor kinderen, altijd nieuwsgierig om te weten wat er gebeurt achter een deur of een voorwerp dat men zal verplaatsen, lucht gevend aan zijn gevoelens door zijn schel geblaf en zijn rechtopstaande manen en rugbeharing. Hij is een snuffelaar, die jaagt op ratten, mollen en ander ongedierte.

Hoofd

Bovenschedel

Hoofd
Wolfachtig (lupoïde), wigvormig, maar niet al te gestrekt en voldoende breed om in harmonie te zijn met het lichaam. Wenkbrauw- en jukbeenbogen matig gewelfd. De overgang van het schedelgedeelte naar het snuitgedeelte is duidelijk, maar mag toch niet te sterk geaccentueerd zijn.
Schedel
Voorhoofd tamelijk breed, naar de ogen toe vernauwend, van opzij gezien licht afgerond. De bovenlijnen van de schedel en de snuit verlopen evenwijdig.  
Stop
Duidelijk, maar zonder overdrijving.

Facial region

Neus
Klein, neusspiegel altijd zwart.
Voorsnuit
Scherper wordend naar de neus toe, goed gebeiteld, niet te gestrekt, het uiteinde niet afgeknot; lengte ongeveer veertig procent van de totale lengte van het hoofd; neusrug recht.
Lippen
Zwart, goed aansluitend.
Kiezen / tanden
Gezonde en goed ingeplante tanden. 'Schaargebit'; een 'tanggebit' wordt getolereerd. Volledig gebit, beantwoordend aan de tandformule. Het ontbreken van één of twee premolaren 1 (1 P1 of 2 P1ís) of van één premolaar 2 (1 P2) wordt getolereerd en de molaren 3 (M3) worden niet in aanmerking genomen.
Wangen
Droog, geleidelijk overgaand in de zijgedeelten van de snuit.
Ogen
Donkerbruin van kleur, klein, amandelvormig, noch diepliggend, noch uitpuilend; met ondeugende, levendige en doordringende blik; oogleden zwart omrand.
Oren
Goed rechtopstaand, zeer klein, puntig, driehoekig (zoveel mogelijk gelijkzijdig driehoekig), hoog aangezet maar niet te dicht bij elkaar, stevig, uitermate beweeglijk.

Hals

Sterk, krachtig gespierd en zeer omvangrijk lijkend door de overvloedige beharing van de halskraag, middellang, goed uitkomend, goed gedragen en meer opgericht wanneer hij aandachtig is, de bovenbelijning (halslijn) licht gewelfd.

Lichaam

Algemeenheid
Kort en breed, dus gedrongen, maar niet overdreven omvangrijk of zwaar, inschrijfbaar in een vierkant is ideaal, dus met de lichaamslengte vanaf het boegpunt tot aan het zitbeenpunt ongeveer gelijk aan de schofthoogte.
Bovenlijn
De bovenlijn van de rug en de lendenen is recht en goed strak, dikwijls licht stijgend van het kruis naar de schoft toe.
Schoft
Sterk afgetekend en nog hoger lijkend door de manen.
Rug
Kort, recht en sterk.
Lendenpartij
Kort, breed en stevig.
Croupe
Kort, breed en horizontaal; het achterste gedeelte van het kruis, de overgang dus tussen het kruis en het zitbeenpunt, is harmonisch afgerond, hetgeen wordt genoemd 'achterste van een Guinees biggetje'.
Borst
Goed diep, tot ellebooghoogte reikend; breed in vooraanzicht en achter de schouders, dus de ribben goed gewelfd; voorborst van opzij gezien duidelijk uitkomend.
Onderlijn en buik
Onderborst goed diep, reikend tot aan de ellebogen, harmonisch en licht stijgend naar de buik toe, die matig opgetrokken is, noch neerhangend, noch windhondachtig.

Staart

Hoog aangezet. Sommige honden worden volledig staartloos, of met een rudimentaire of onvolledige staart (met een korte staart of een stompstaart) geboren. Ze mogen hierom niet bestraft worden.
Een natuurlijke of gave staart (tot aan de sprong reikend) wordt in rust bij voorkeur hangend gedragen en mag in beweging opgeheven worden, in het verlengde van de bovenbelijning, maar bij voorkeur niet hoger.
Een opgerolde of over de rug gedragen staart wordt aanvaard.

Ledematen

Fijn van beendergestel en goed onder het lichaam geplaatst.

Voorhand

Algemeen
Voorbenen van alle zijden gezien loodrecht en volkomen evenwijdig in vooraanzicht; hun lengte van de grond tot aan de ellebogen is ongeveer gelijk aan de helft van de schofthoogte.
Schouders
Lang en goed schuin; schouderhoeking normaal.
Opperarm
Lang en voldoende schuin.
Ellebogen
Vast, noch afstaand, noch aangedrukt.
Onderarm
Recht, in vooraanzicht tamelijk uit elkaar.
Voorvoetwortelgewricht
Stevig en effen.
Voormiddenvoet
Tamelijk kort, in vooraanzicht in het verlengde van de onderarmen, van opzij gezien hoogstens zeer licht naar voren hellend.
Voorvoeten
Klein, rond en gesloten (ëkattenvoetení); de tenen gebogen; de nagels kort, sterk en altijd zwart.

Achterhand

Algemeen
De achterbenen moeten zich onder het lichaam bevinden en in achteraanzicht volkomen evenwijdig zijn.
Dijbeen
Lang, sterk gespierd en door de dikte van de broek nog breder lijkend.
Onderbeen
Ongeveer even lang als de dijen.
Knie
Bevindt zich ongeveer loodrecht onder de heup; kniehoeking normaal.
Achtermiddenvoet
Eerder kort; wolfsklauwen niet gewenst.
Spronggewricht
Goed gehoekt, maar zonder overdrijving.
Achtervoeten
Zoals de voorvoeten, of iets langer.

Gangwerk

In draf is de beweging soepel, vast, met een gemiddelde paswijdte en een goede achterhandstuwing, waarbij de rug horizontaal blijft en de ledematen evenwijdig bewegen; de beweging van de voorbenen is in harmonie met deze van de achterbenen en de ellebogen mogen niet uitdraaien. Bij een hogere snelheid convergeren de ledematen.

Huid

Goed strak over het hele lichaam.

Coat

Haarkwaliteit
Het dekhaar is overvloedig, dicht, recht, voldoende hard, tamelijk vast van textuur, dus droog en stevig aanvoelend, samen met de zachte en dichte ondervacht een uitstekende beschutting vormend. Het haar is zeer kort op de oren en kort op het hoofd, de voorzijde van de voorbenen, de sprongen en de achtermiddenvoeten.
Op het lichaam is het haar middellang en aanliggend. Rond de hals is de beharing vanaf de buitenrand van de oren veel langer en meer afstaand, waarbij, vooral bij de reu, maar ook bij de teef, een brede en zeer typische ëkraagí (lange haren rond de hals die aan beide zijden uitsteken), ëmanení (lange haren op het bovengedeelte van de hals, die zich uitstrekken tot op de schoft en zelfs tot op de schouders) en een ëborstveerí (lange haren op het ondergedeelte van de hals en op de voorborst, die zich uitstrekken tot tussen de voorbenen en geleidelijk eindigen onderaan de borst) worden gevormd. Aan de achterzijde van de dijen wordt de ëbroekí gevormd door lange en overvloedige haren, die de anaalstreek bedekken en waarvan de haaruiteinden op een zeer typische manier naar binnen zijn gericht. De staart is bedekt met haar dat even lang is als op het lichaam.
Haarkleur
Eenkleurig zwart. Het onderhaar moet niet absoluut zwart zijn, maar het mag ook donkergrijs zijn, indien het volledig wordt bedekt door het bovenhaar. Wat grijs, bijv. op de snuit, te wijten aan ouderdom, wordt geduld.

Maat en gewicht

Gewicht
3 tot 9 kg. Een gemiddeld gewicht van 4 tot 7 kg wordt nagestreefd.

Defecten

• Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout aangemerkt moet worden, in verhouding staan ​​tot de mate en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van betreffende hond en zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk te kunnen verrichten.
• De vermelde fouten moeten in ernst zijn.

General defecten

 Plomp; te weinig substantie; laag- of hoogbenig; gestrekt lichaam, inschrijfbaar in een rechthoek.
 Hoofd: te gestrekt of te kort; niet-parallelle belijning van schedel en neusrug; vosachtig voorkomen; te uitstekende wenkbrauw- of jukbeenbogen.
 Schedelgedeelte: te smal; voorhoofd te rond of bol ('appelhoofd').
 Snuit: te lang, geknepen; dik, afgeknot; ramsneus.
 Gebit: snijtanden onregelmatig of slecht ingeplant.
 Ogen: groot, rond of uitpuilend; lichte kleur ('hazelnootkleur' is nog aanvaardbaar).
 Borst: smal, vlak, cilindrisch; niet voldoende diep.
 Kruis: lang, hellend, overbouwd; discontinue ronding van de achterzijde (van de overgang kruis-achterste gedeelte van dijen).
 Ledematen: te weinig of overdreven gehoekt.
 Gangwerk: nauwe beweging, te korte paslengte, te weinig stuwing, slechte rugoverbrenging (niet correcte rugbelijning in beweging), hoog opheffen van de voorbenen (steppen) of huppelende beweging van de achterbenen.
 Vachtsoort: te kort (gladhaar), te lang, schraal, zacht of zijdeachtig, gegolfd, te vlak tegen het lichaam aanliggend of neerhangend; te weinig of geen halskraag, manen, borstveer of broek (is een ernstiger fout bij reuen, vooral het ontbreken van de halskraag).
 Onvoldoende ondervacht.
 Vachtkleur: grijze, bruinachtige of rossige schijn in het dekhaar; enkele toevallige witte haren, bijv op de tenen.
 Karakter: apathisch of bang.

Zware defecten

 Het ontbreken van één snijtand (1 I), van drie premolaren 1 (3 P1) of van twee premolaren 2 (2 P2).

Defecten die leiden tot uitsluiting

 Agressieve of angstige hond.
 Hond met duidelijke lichaams- of gedragsafwijkingen.
 Afwezigheid van rastype.
 Bovenvoorbeet; ondervoorbeet, zelfs zonder verlies van contact (omgekeerd schaargebit); kruisgebit; scheve bek; ontbreken van een hoektand (1 C), een scheurkies boven (1 P4) of onder (1 M1), een molaar (1 M1 of 1 M2, behalve M3), een premolaar 4 (P4 onder), een premolaar 3 (1 P3) plus een andere tand, of in totaal vier tanden of meer (behalve de 4 premolaren 1).
 Depigmentatie van de neusspiegel, de lippen en de oogleden.
 Hangende of halfstaande oren.
 Lange en zachte of zijdeachtige beharing, dus een vacht duidelijk van het type ëlanghaarí; franjes van lang haar op de oren, achteraan de dijen, enz; totaal ontbreken van onderwol.
 Iedere kleur van de bovenvacht anders dan zwart (behalve grijze, bruinachtige of rossige schijn) of met zeer kleine witte vlekken, zelfs op de tenen.
 Gewicht duidelijk buiten de opgelegde grenzen.

NB :

• Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd.
• De gebreken hierboven vermeld, wanneer zij zich voordoen in een zeer duidelijke graad of frequent, zijn diskwalificerende.
• Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald.
• Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij.

Bibliografie

http://www.fci.be/

 

Gedetailleerde geschiedenis

Vossnuit, ondeugend oog en oren op de uitkijk, zo is het Schipperke. Maar wie is hij, deze kleine zwarte duivel, nog steeds in actie, altijd op zijn hoede, deze goblin zonder rust? Deze vraag, liefhebbers van het ras, heeft lang gevraagd, omdat de oorsprong van de kleine Belgische demon meer dan geheimzinnig is. Zijn naam biedt zelfs al verschillende interpretaties. Vroeger dacht men dat Schipperke van het Nederlandse schipper kwam, wat bootman betekent. Het gerucht ging dat deze honden de metgezellen waren van Nederlandse zeelieden en dat ze op grote koopvaardijschepen op ongedierte jaagden. Tegenwoordig wordt deze theorie als louter fantasievol beschouwd. Het zou de vrucht zijn van de romantische verbeeldingskracht van de Britse fokkers die, verleid door het ras (de quarantaine, opgericht in 1901, nog niet woedde) maar onwetend van al zijn oorsprong, een verhaal voor hem zouden uitvinden. Dit is hoe een puur product van het Belgische platteland in de ogen van de wereld een Nederlandse zeehond werd. De Engelsen maakten echter niet echt ophef: ze hadden kleine honden gezien op de Nederlandse schepen, maar dit waren niemand minder dan Wolf Spits, later Keeshond genoemd, ter ere van de Nederlandse nationale held William Kees van Gyselaer. Pas in 1920 begrepen de Britten hun fout.

Maar waar komt Schipperke vandaan? De huidige kennis van de hondentraining suggereert dat het een zeer oude hond is die al eeuwenlang bestaat in de Leuvense regio van België. Het allereerste spoor van het ras (in die tijd zou er sprake zijn van variëteit) waarvan we weten dat het voorkomt in een kroniek van de vijftiende eeuw, geschreven door een monnik genaamd Wenceslas, die een kleine zwarte hond noemt anoure en vlaams, beschouwd als de incarnatie van de duivel.

Preciezere beelden worden geschetst in de 17e en 18e eeuw. De eminente Belgische cynoloog Charles Huge, een specialist van Belgische herders aan het eind van de vorige eeuw, beweerde dat het Schipperke afgeleid was van gewone honden in Brabant in de zeventiende eeuw, de Leuvenaars, meestal zwarte wolvenhonden, van verschillende groottes. Deze honden waren altijd metgezellen van bescheiden mensen geweest, werkzaam in verschillende taken volgens hun grootte, en hun nakomelingen zouden zich beginnen te differentiëren. De oudere, die werden gebruikt als herdershond of een motorwiel draaiden onder sommige ambachtslieden (onder meer de nagels), zouden de oorsprong zijn van de vier huidige Belgische herders, Groenendael, Tervueren, Mechelse herder en Laekense. De kleinsten onder hen, die het ongedierte in de binnenplaatsen van boerderijen flink vernietigden, hielden de kippen en soms de huizen, zouden de voorouders van het Schipperke zijn, wat de naam zou verklaren: het woord Schipperke zou waarschijnlijk van scheper komen, die wil om herder in het Vlaams te zeggen, en zou dus weinig herder betekenen.

Deze honden werden ook wel spitzke genoemd vanwege hun spitse snuit; of moorke wat moricaud, voor hun kleur betekent. We weten dat in de 18e eeuw een gilde van ambachtelijke schoenmakers in de parochie Saint-Géry, in Brussel, vaak wedstrijden van honden of liever halsbanden van honden organiseerde. De mooiste van deze koperen kettingen was die, gehamerd en gebeiteld met kunst, presenteerde de meest ingenieuze gesp (niet om de manen van Schipperkes te bederven, zeggen ze). Deze zondagbijeenkomsten waren op dat moment zeker niet hondvriendelijk, maar waarschijnlijk heeft Schipperke zich verder ontwikkeld. We kunnen ook enkele van deze beroemde kettingen bewonderen in een museum in Brussel.

De meest opvallende fysieke eigenaardigheid van het ras, zijn gebrek aan staart, komt ook uit de wereld van schoenlappers; tenminste dat is wat de legende wil, waarschijnlijk verzonnen om het gebrek aan serieuze uitleg te compenseren. Dus, na een ruzie tussen schoenmakers, zou een van hen, ongetwijfeld jaloers op het succes van zijn tegenstander, de staart van zijn Schipperke door wraak hebben gesneden; het resultaat was verre van het verwachte resultaat, waarbij iedereen het erover eens was dat de hond alleen maar beter was en sindsdien zijn de Schipperkes altijd van hun staart geamputeerd. Er is ook een controverse over dit onderwerp ontstaan, waarvan sommigen beweren dat de huidige Schipperkes als één meerderheid worden geboren. Echter, als selectiewerk gericht op het maken van deze erfelijke eigenschap inderdaad werd geprobeerd, faalden ze allemaal. Tegenwoordig worden bijna alle baby's van Schipperkes geboren met een staart, die wordt geamputeerd tijdens de eerste dagen van hun leven.

Aan het einde van de negentiende eeuw waren de Schipperkes heel gewoon in België, gingen vaak naar hun bezigheden in het midden van de straat (ze hoefden zich geen zorgen te maken over het verkeer), ze waren een integraal onderdeel van De Engelsen, langskomen, waren geïnteresseerd in deze grappige kleine honden en importeerden er eerst een aantal. Het succes van deze nieuwkomers in Groot-Brittannië was zodanig dat een nieuwe golf van De Britse kopers kochten (vaak voor bijna niets) de plaatselijke honden, en de situatie zorgde uiteindelijk voor enige Belgische honden, die besloten hadden te reageren in 1888. In 1888 vormden ze de Schipperkes Club ( getransformeerd in 1933 in Royal Schipperkes Club), en in juni van datzelfde jaar werd de eerste standaard geboren. De angst van deze amateurs was, moet worden gezegd, gerechtvaardigd, omdat er geen Schipperke was gepresenteerd aan de grote tentoonstelling van de onafhankelijkheid van 1880. Bovendien, al in 1890, werd een club van Britse rassen geboren met bijna evenveel onderwerpen als die van België.

Aan het einde van de eeuw was het type nog steeds slecht gedefinieerd en de vraatzuchtige belangstelling van de Engelsen had de verdienste de Belgen aan te moedigen hun honden op te sommen en te selecteren. Er zijn inderdaad mengsels met Spitz gemaakt in de loop van vergaderingen, wat de verschijning van Schipperkes anders dan zwart op dat moment zou kunnen verklaren; Koningin Marie-Henriette van België bezat zelf een Schipperke met een bruine jurk. Het is tenslotte het type Antwerpen, middellange termijn tussen de types Leuven en Brussel, die als norm zouden dienen. De Britten pasten ondertussen de Belgische normen toe tot 1920, toen ze besloten de jurken anders dan zwart toe te laten: bruin, blond, crème. In 1923, na de fusie tussen de Northern Schipperke Club en de Engelse Schipperke Club (twee Engelse clubs), de meeste Angelsaksische landen, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en Australië in het bijzonder, herkende ook deze kleuren.

Deze "exotische" Schipperkes blijven echter zeer zeldzaam, en het was ook nodig om tot 1974 te wachten totdat een van hen de titel van kampioen ontving, met zijn blonde jurk, de meest voorkomende onder deze specifieke exemplaren. Amerikanen, die weten hoe puristisch te zijn, hebben nooit een andere kleur dan zwart toegelaten. De Schipperke Club van Noord-Amerika, opgericht in 1929, is van mening dat alleen de jetski correct is. Elke andere toon leidt tot diskwalificatie van het onderwerp. Frankrijk, dat in 1928 zijn club had, nam dezelfde positie inzake kleur aan.

Als het interbellum een ​​voorspoedige periode voor de race was en zijn vestiging zag in veel landen, de jaren vijftig, blijven ze gekenmerkt door het vergeten en de dreiging van uitsterven. De daling van de vraag was algemeen, zelfs in België, en ondanks de gepassioneerde inspanningen van de gebroeders Verbanck, ook Belgische specialisten van hun nationale herder, leek Schipperke in de jaren zeventig te vervallen.

Gelukkig besloot een fervente aanbidder van het ras, mevrouw L. Vanhove, om controle over haar lot te nemen en het een nieuw imago te geven. Het is vandaag gedaan. De Royal Schipperkes Club van België heeft ongeveer honderd leden en het ras lijkt versterkt. Tegelijkertijd, en zonder enige onderbreking, bleef de Franse selectie op een hoog niveau dankzij het doorzettingsvermogen van twee grote fokkers: MM. Georges Arin en Ernest Robert. Frankrijk heeft de beste fokkers van de elite, die de Belgische fokkers hebben geprofiteerd vanwege hun retempes, omdat al hun huidige kampioenen van Frans-Belgische origine zijn. De Schipperkes Club de France heeft 250 leden en is in Réunion met de Franse club van de Belgische herdershond, waarvan het magazine wereldwijd wordt gewaardeerd. De Amerikanen hebben van hun kant het grootste vee ter wereld, maar hun honden verschillen enigszins van de oorspronkelijke standaard: lager op de poten, compact, ze hebben een dichtere vacht en gelijkmatig verdeeld over het lichaam, terwijl de Europese Schipperke pronkt met een schone manen.

Als hij niet echt "geklopt" heeft, is het Schipperke in het verleden nogal gehavend geweest. Ongetwijfeld zal zijn toekomst kalm zijn. Niet erg gebruikelijk, het vullen van de amateurs, maar hier is een hond om beter te weten, vooral omdat het zich perfect aanpast aan het huidige leven en in het bijzonder aan de stedelijke omgeving: een echte kleine herder van de stad, in zekere zin.

"Klein maar teder; klein, maar vlezig, "dus een advertentie prees de kwaliteiten van een snoepje. Deze slogan zou op Schipperke kunnen worden toegepast. Van de buitenkant gezien lijkt het op een kleine hond zoals de anderen. Maar degenen die hem kennen, zullen je vertellen hoe misleidend dit aspect is. Leefder dan Schipperke, we doen het niet. Vriend van kinderen en ouderen, hij is niet bang voor een goede wandeling in het bos, en zijn meesters worden vaak moe voor hem! Knabbelen op zijn uren, roeren en goede bewaking de rest van de tijd, hij is niet het type dat bij de open haard rondhangt. Die hond is dynamiet.

Er moet gezegd worden dat hij een sterk atavisme heeft. Ten eerste, zijn nationaliteit: Belgische honden staan ​​niet bekend als bijzonder zacht, ongeacht hun grootte. Om nog maar te zwijgen van de voorgeschiedenis van de herder die Schipperke niet lijkt te willen vergeten. Men hoeft er alleen maar naar te kijken om daarin het slapende Groenendael te zien. De vierkante structuur, het relatief dunne frame, het elegante hoofd en de attente oren, deelt Schipperke met zijn neven, de 'grote' Belgen. Hij lijkt tegelijkertijd zijn levendige en onvermoeibare karakter te hebben geërfd.

Ondanks zijn kleine formaat beschouwen hondenliefhebbers het als een van de beste waakhonden ooit. Natuurlijk zou de grootte van zijn mond niet toestaan ​​dat het echt effectief is, maar het blijft een "alarmbel" ongeëvenaard. Vlekkeloze waakzaamheid, het Schipperke slaapt slechts met één oor. Hij weet alles wat er in het huis gebeurt en beweegt met grote snelheid, waardoor hij altijd kan zijn waar hij nodig is. Zijn stem is hoog en klinkt al van ver te horen. Natuurlijk moet je niet te ver gaan, en een brutale Schipperke zal uiteindelijk de woede van de buren aantrekken. Om dit te voorkomen, volstaat het om zijn vocale enthousiasme te beteugelen, en dat vanaf een zeer jonge leeftijd. Men kan hem bijvoorbeeld twee keer laten blaffen wanneer iemand bij de deur komt en hem dan bevelen om zijn mond te houden. Al snel zal hij het arrangement accepteren en zich aan zijn twee blaftjes houden.

Dit is een andere kenmerkende herderin Schipperke: erg gesteld op zijn meesters, hij vraagt ​​alleen om hen te plezieren. In het geval van grote honden wordt gezegd dat ze "dressuurbestendig" zijn, wat betekent dat ze kunnen worden onderworpen aan een soms beperkende training zonder hun spontaniteit te verliezen. Voor Schipperke wordt gezegd dat hij openstaat voor het onderwijs. Hij assimileert de basisoefeningen bijna voordat we tijd hebben om hem uit te leggen. Dan, snel, leert hij meer gecompliceerd. Zeer intelligent, hij is ook buitengewoon goed: hij begrijpt snel wat zijn meester wil. In de Verenigde Staten studeren veel Schipperkes af op Gehoorzaamheid, een discipline vergelijkbaar met Agility, een specialiteit waarin Frankrijk en België al verschillende patenten bezitten.

Elke race heeft zijn anekdotes die de intelligentie en de goedheid van zijn honden bepalen. Schipperke is geen uitzondering. Het verhaal gaat over een man die in een gebouw waar dieren ten strengste verboden waren, zijn Schipperkes had geleerd om volkomen stil te blijven; de honden gehoorzaamden hem, zodat noch de conciërge, noch de buren wisten dat hij honden had. Een ander bezat twee gebouwen en vaak verplaatst van de een naar de ander; zijn taak was om een ​​klein belletje te geven om hem te waarschuwen wanneer bezoekers kwamen terwijl hij in het andere gebouw was; al jaren heeft de hond zijn rol vervuld zonder ooit te falen. Er waren Schipperkes die jonge kinderen op het strand hielden om te voorkomen dat ze het water in gingen, anderen die op een dag leerden om de geiten te leiden toen ze in de stad werden grootgebracht, anderen die de boerderijdieren hebben gehouden. Een Schipperke waarschuwde zijn maîtresse zelfs een beetje doof toen de telefoon ging. Dit zijn vaak spontane initiatieven die kenmerkend zijn voor Schipperke.

Je kunt niet over Schipperke spreken zonder de gepassioneerde liefde te vermelden die hij heeft voor zijn leraren. Net als de Belgische herders voelt hij zich alleen goed bij degenen van wie hij houdt. Zeker van hem is hij niet verlegen tegenover vreemden, maar meestal maakt hij ze niet feesten en blijft hij over het algemeen gereserveerd. Zijn schattige zonde? Kinderen. Met hen is hij in harmonie. Met geweld, tussen kleine duiveltjes, begrijpen we elkaar. Heel zachtaardig met de kleintjes, deelt hij hartstochtelijk de spellen van de grootste. Zeer energiek, hij wordt niet moe voor ze en neemt deel aan al hun bezigheden en al hun spelletjes. Heel slim, hij zal ze kunnen vermaken, door een bal terug te brengen of trucjes te doen.

Met betrekking tot andere honden is het een sociaal, maar geen goed deeg. Hij is aardig, maar stap niet op de pads. Zijn natuurlijke levendigheid leidt hem tot gekke races met zijn hondenvrienden. Aangezien hij bijna altijd sneller is dan zij, raakt hij snel genoeg van zijn bedrijf. Wat betreft andere dieren, moeten we niet vergeten dat het Schipperke ooit een uitstekende ongediertebezoeker was: ratten, wezels en muizen, niets weerstond hem. Daarom is het verstandig om het jonge Schipperke te wennen zonder te wachten op de dieren waarmee het zal moeten leven, zoals de katten. Als hij ze kent, zal hij ze geen pijn doen. Wat betreft pure jacht, het kan worden getraind om holen te onderzoeken, konijnen te jagen, enz. Het is daarom een ​​veelzijdige hond, die er alles aan zal doen om zijn meesters tevreden te stellen, en die vaker zal slagen.

"Geweldige" sportman, Schipperke ondersteunt geen passiviteit. Aan de ene kant zou het fysiek schadelijk voor hem zijn en aan de andere kant zou het hem psychisch beïnvloeden. Op deze manier waarderen joggers en atleten deze hond op zijn ware waarde. Ze zullen een trainingspartner vinden die hen niet midden in een cursus zal teleurstellen. Gehecht aan hun vooruitgang, zal het Schipperke hen volgen zonder tekenen van vermoeidheid te vertonen. Rennen, springen, zwemmen maakt hem niet bang, hij heeft het nodig, integendeel. Als het nodig is dat hij zoveel mogelijk beweging krijgt om hem te laten bloeien, dan is het ook om te voorkomen dat hij ongewild groeit. Obesitas is onverenigbaar met zijn elegante figuur en zou zijn leven alleen maar verkorten. In dit verband moet worden opgemerkt dat het Schipperke een opmerkelijke levensduur heeft, aangezien het vaak vijftien jaar en ouder is. Een uitgebalanceerd dieet dat met mate wordt verdeeld, zal hem een ​​leven lang "jongeman" houden en hem in staat stellen zijn baas te vergezellen tijdens zijn wandelingen tot hij oud is. Wat het onderhoud betreft, is het relatief korte haar eenvoudig schoon te houden, door eenvoudig regelmatig te borstelen.

Voor degenen die op zoek zijn naar een kleine, rustieke, intelligente en dicht bij de meester hond, lijkt het Schipperke passend. Deze hond die de moed en levendigheid van de grote verenigt in een gereduceerd formaat, zal mensen die gevoelig zijn voor boosaardigheid, moed en vriendelijkheid verleiden. De Schipperke, speels zoals hij is, verbergt zijn spel goed, zijn maat is discreet, maar zijn hart is geweldig.

De laatst bijgewerkte rassen

  • Ojos azules

    Ojos azules Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Ojos azules is een kattenras afkomstig uit de Verenigde Staten. Deze kat wordt gekenmerkt door zijn blauwe of oneven gekleurde ogen, ongeacht de vachtkleur. Kort historisch overzicht De geschiedenis van de Ojos azules begon in de vroege jaren 1980 met de ontdekking in New Mexico van...
  • Ocicat

    Ocicat Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Ocicat is een kattenras afkomstig uit de Verenigde Staten. Deze middelgrote kat wordt gekenmerkt door zijn gevlekte vale vacht, die doet denken aan de Ocelot. Kort historisch overzicht De Ocicat werd in 1964 in de Verenigde Staten gecreëerd door een fokker, Mrs Virginia Daly. Ze wilde...
  • Norvégien

    Norvégien Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Noorse Boskat, ook wel Noorse Boskat of Norsk skogkatt genoemd, is een halflangharig kattenras afkomstig uit Noorwegen. Deze grote kat wordt gekenmerkt door zijn zeer dikke halflangharige vacht en zijn wilde uiterlijk. Kort historisch overzicht Katten zijn vermoedelijk uit Zuid-Europa...
  • Nebelung

    Nebelung Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Nebelung is een kattenras afkomstig uit Rusland. Deze kat is de halflangharige variëteit van de Blauwe Rus, wiens genetische kenmerken hij deelt. Kort historisch overzicht De instabiliteit van het begin van de 20e eeuw was erg moeilijk voor veel rassen, waarvan sommige bijna verdwenen...
  • Munchkin

    Munchkin Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Munchkin is een kattenras afkomstig uit de Verenigde Staten, het resultaat van een spontane mutatie in 1983. Deze kat wordt gekenmerkt door zijn zeer korte poten, vandaar de bijnaam “basset cat” die er soms aan gegeven wordt. Standaard Om erkend te worden als een %unchkin, moet een kat...
  • Mau égyptien

    Mau égyptien Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Mau égyptien is een kattenras afkomstig uit Egypte. Het ras werd vanaf 1953 ontwikkeld in Italië en vervolgens in de Verenigde Staten door een Russische prinses. Kort historisch overzicht Nathalie Troubetzkoï was een Russische prinses die tijdens de Tweede Wereldoorlog verbannen werd...
  • Mau arabe

    Mau arabe Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Mau arabe is een kattenras afkomstig van het Arabische schiereiland. Deze middelgrote kat wordt gekenmerkt door zijn voorouderlijke afkomst. Kort historisch overzicht De Mau arabe is een natuurlijk ras, maar werd pas in 2009 erkend. Deze katten leven al duizenden jaren op het Arabisch...
  • Manx

    Manx Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Manx is een kattenras afkomstig van het eiland Man (Britse eilanden). Deze kat wordt gekenmerkt door het ontbreken van een staart. Kort historisch overzicht De Manx kat (kayt Manninagh of stubbin in het Manx), ook bekend als de Isle of Man kat, komt, zoals de naam al doet vermoeden,...
  • Mandarin

    Mandarin Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Mandarin, ook bekend als de Oosterse langhaar en Javaan, is een kattenras afkomstig uit de Verenigde Staten. Deze kat is de halflanghaar variëteit van de Oosterse kat. Kort historisch overzicht De geschiedenis van de Mandarin begint met die van de Oosterse kat. In feite is de Mandarin een van de...
  • Maine coon

    Maine coon Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Maine coon is een langharig kattenras afkomstig uit de staat Maine in de Verenigde Staten. Deze rustiek uitziende kat wordt gekenmerkt door zijn grote omvang, gepluimde staart, vierkante snuit, gepluimde oren en lange vacht. Kort historisch overzicht De Maine Coon is waarschijnlijk een...
  • LaPerm

    LaPerm Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De LaPerm is een kattenras afkomstig uit de Verenigde Staten. Deze middelgrote kat wordt gekenmerkt door zijn gekrulde vacht. Kort historisch overzicht Het ras werd in 1982 gecreëerd in de Amerikaanse staat Oregon door een vrouw genaamd Linda Koehl. Het krullende haar is te danken aan een...
  • Korat

    Korat Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Korat is een kattenras afkomstig uit Thailand. Deze kleine kat wordt gekenmerkt door zijn blauwe vacht en groene ogen. Kort historisch overzicht De Tamra Meow, of Book of Cat Poems, is een rijk geïllustreerde Thaise verzameling van verzen geschreven tussen 1350 en 1767. Het beschrijft...
  • Khao Manee

    Khao Manee Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Khao Manee is een kattenras afkomstig uit Thailand. Deze kat wordt gekenmerkt door zijn witte kortharige vacht. De ogen kunnen geel, blauw of lichtbruin zijn. Standaard Officiële erkenning van de Khao Manee is gaande, met name via de TICA en de GCCF. Sinds mei 2009 is het mogelijk om...
  • Himalayen

    Himalayen Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Himalayen, ook wel colourpoint of colorpoint (VS) genoemd, is een kattenras dat oorspronkelijk uit de Verenigde Staten komt. In sommige Europese landen bestaat dit ras niet en wordt het beschouwd als een vacht van de Perzische. Kort historisch overzicht De Himalayen is een colourpoint...
  • Highland Fold

    Highland Fold Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Highland Fold is een kattenras dat oorspronkelijk uit Schotland komt. De naam Highland Fold wordt gegeven aan de kortharige variëteit. Kort historisch overzicht Het eerste bekende exemplaar van een kat met gevouwen oren was Susie, een kat die leefde op een boerderij ten noorden van...
  • Scottish Fold

    Scottish Fold Vertaling Francis Vandersteen Land van oorsprong De Scottish Fold is een kattenras dat oorspronkelijk uit Schotland komt. De naam Scottish Fold wordt gegeven aan de kortharige variëteit. Kort historisch overzicht Het eerste bekende exemplaar van een kat met gevouwen oren was Susie, een kat die leefde op een boerderij ten noorden van...