Op die dag, 22 december, waar ik veel spijt van heb, at ze minder en ademde ze zwaar, dus besloten we haar naar de dierenarts in onze stad te brengen, die we overigens niet mogen, maar we wilden gewoon zien wat er mis was.
Ze heeft veel meegemaakt, deze bolletje vacht, tussen de eierstokstenen, de sistites, haar keelabces, haar artrose, haar zere pootjes van het proberen achter een kat aan te rennen, tijdens haar laatste maand, in november, ging ze verstek, viel flauw, werd stijf en kwam dan weer bij.
Ze deed dit tijdens het hardlopen omdat haar hersenen moeite hadden om bloed toe te voeren.
Elke keer dat ze afwezig was, dacht ik dat het het einde was, maar ze was sterker dan dat, overlopend van liefde en deed er alles aan om tot het einde bij ons te zijn.
Ik kom terug op die beroemde 22e december toen ze een tumor in de baarmoeder vaststelden, maar het was goedaardig, alleen had ze al een paar jaar een hartruis, dus de operatie was onmogelijk. Helaas was dat niet alles, ze had ook water in haar longen, dus de dierenarts stelde injecties voor om het water te verwijderen, waarvan hij zei dat het haar verhinderde om te eten.
Tot mijn spijt waren mijn moeder en ik het er vandaag mee eens, maar het was vooral ik die het wilde, ik wilde absoluut dat ze weer ging eten.
De volgende dag bewoog mijn kleine, verliefde hondje, dat altijd klaarstond voor een wandeling, niet meer, ze was een zombie, ze wilde zelfs haar bek niet openen voor een stukje spek.
Dat was op dinsdag en de dierenarts zei dat we moesten wachten, dat het wel terug zou komen... We wachtten tot zondag en ze zakte steeds verder weg, dus brachten we haar met spoed naar de dierenarts.
Op maandag was haar temperatuur weer gedaald en ze stelden een hopeloze operatie of euthanasie voor.
Voor mij was dat uit den boze, ik wilde mijn hond niet doden.
Op dinsdag 30 december vroegen ze me te kiezen voor euthanasie en afscheid te komen nemen van onze hond. Ik bleef meer dan een uur bij haar en de dierenarts zonder haar te willen laten gaan, ik wist wat ze met haar zouden doen zodra ik haar aan hen gaf.
Ze gaf me een lik en toen begreep ik het, maar ik geef mezelf nog steeds de schuld.
|